Onderzoek naar arts die verkeerde voornaamwoorden gebruikte voor patiënt
Er loopt momenteel een ombudsonderzoek naar een Zweedse arts in Stockholm. De patiënt beweert dat hij herhaaldelijk is aangeduid met onjuiste voornaamwoorden door zijn arts, wat volgens de klacht leidde tot “intimidatie en persoonlijk ongemak.” Het rapport stelt dat de arts na aanwijzingen van de patiënt onbedoeld doorging met het gebruik van de niet-voorkeursvoornaamwoorden.
De patiënt meldde zich bij de Ombudsman voor Discriminatie met de klacht dat hij bij meerdere gelegenheden met de verkeerde voornaamwoorden werd aangesproken. Dit zou niet alleen in medische dossiers zijn gebeurd, maar ook in persoonlijke gesprekken en vergaderingen. In het rapport wordt opgemerkt dat de arts bij een eerste consult op de hoogte was gebracht van de genderidentiteit van de patiënt. Toch zouden in meerdere medische notities en gesprekken onjuiste voornaamwoorden zijn gebruikt, wat leidde tot klachten over gebrek aan respect voor de genderidentiteit van de patiënt.
Volgens het onderzoek zijn er in het medisch dossier van de patiënt verschillende benamingen gebruikt, waaronder ‘de patiënt’ en zijn naam. Echter, een aantal keer werd er een niet-voorkeursvoornaamwoord gebruikt. De arts geeft aan dat dit “intuïtief” gebeurde en niet bewust. Het vakblad Läkartidningen meldt dat ondanks de melding van de patiënt, de arts in sommige notities bleef terugvallen op de oude voornaamwoorden. De ombudsman stelt dat dit mogelijk ongemak en leed heeft veroorzaakt bij de patiënt, die zich niet gerespecteerd voelde in zijn genderidentiteit.
Onderzoek: beperkte bewijslast
De Ombudsman constateert dat de klacht voornamelijk gebaseerd is op de beweringen van de patiënt en dat er geen aanvullend bewijs is om te bevestigen wat er tijdens de vergaderingen precies is gezegd. Het rapport van DO vermeldt dat er sprake is van “woorden tegenover woorden.” Hierdoor kan het niet met zekerheid worden vastgesteld of de arts zich bewust schuldig heeft gemaakt aan intimidatie of het opzettelijk gebruiken van onjuiste voornaamwoorden.
De Ombudsman heeft kritiek geuit op de regio Stockholm en benadrukt dat het gebruik van niet-voorkeursvoornaamwoorden voor personen met genderdysforie kan bijdragen aan gevoelens van ongemak en psychische stress. DO beschouwt het als noodzakelijk dat de regio actief beleid ontwikkelt om bewustwording te verhogen en te voorkomen dat soortgelijke klachten in de toekomst ontstaan.
De regio Stockholm heeft naar aanleiding van deze zaak aangekondigd dat zij het gebruik van voornaamwoorden door zorgpersoneel verder zullen onderzoeken en mogelijke aanpassingen in hun beleid overwegen om beter in te spelen op genderidentiteit in de zorgomgeving.