Werken loont minder: netto-inkomen keldert
Parttimers en werknemers met een laag inkomen houden in 2025 netto minder over door gewijzigde belastingregels en hogere pensioenpremies. Uit berekeningen van hr- en salarisdienstverlener ADP blijkt dat het verschil kan oplopen tot wel 70 euro per maand. Vooral werknemers in de sector metaal & techniek voelen de gevolgen in hun portemonnee.
De belastingmaatregelen die begin dit jaar zijn ingevoerd, zorgen ervoor dat werknemers met een brutoloon tussen de 1.000 en 2.000 euro netto minder verdienen. Dit komt voornamelijk door verlaagde heffingskortingen. Deze groep bestaat vooral uit parttimers en jonge fulltimers.
Medewerkers in de sector metaal & techniek zijn het hardst geraakt. Bij een brutoloon van 2.000 euro gaan zij gemiddeld 72 euro per maand netto achteruit. Dit komt niet alleen door de aangepaste belastingregels, maar ook door een hogere pensioenpremie in deze sector.
In andere sectoren zijn de effecten minder ingrijpend. Zorgpersoneel, transportmedewerkers en ambtenaren verliezen enkele tientjes per maand. Parttime bouwvakkers zien daarentegen een lichte netto toename. Dit komt doordat de pensioenpremies per sector verschillen.
Fulltime medewerkers met een modaal inkomen hebben juist baat bij de nieuwe regels. Bouwvakkers houden 53 euro per vier weken meer over, terwijl zorgpersoneel, transportmedewerkers en ambtenaren netto zo’n 40 euro per maand extra krijgen.
Hoewel de veranderingen voor de meeste fulltimers positief uitpakken, blijven parttimers en werknemers met lage inkomens achter. ADP wijst erop dat de berekeningen zijn gemaakt op basis van een gelijkblijvend brutoloon. Eventuele cao-verhogingen of promoties zijn niet meegenomen in de cijfers.