Kabinetslid ontraadt PVV-motie over oversterfte: 'Niet-wetenschappelijk'

Een motie van PVV-Kamerlid Folkert Thiadens om de onverklaarbare oversterfte onder vrouwen van 40 tot 50 jaar in 2024 te laten onderzoeken, is resoluut ontraden door staatssecretaris Karremans (VVD). Volgens Karremans is de informatiebron niet wetenschappelijk en geeft alleen het RIVM of CBS aanleiding tot aanvullend onderzoek.
De motie werd ingediend tijdens het oversterftedebat op donderdag 27 maart. Thiadens verwees in zijn motie naar een analyse van Hans Verwaart, gepubliceerd op de website Virusvaria.nl. Daarin stelt Verwaart dat er onder vrouwen tussen de 40 en 50 jaar een oversterfte van 30 procent zichtbaar zou zijn in 2024. Een deel van die conclusie is gebaseerd op geëxtrapoleerde CBS-cijfers. Maar zelfs zonder extrapolatie zou de oversterfte volgens Verwaart “zeker 20 tot 25 procent” bedragen.
“Dat is evident,” zei Thiadens. “Er moet gewoon onderzocht worden wat hier aan de hand is.” Met zijn motie riep hij de regering op om zo snel mogelijk onderzoek te doen naar de oorzaken van de oversterfte onder vrouwen in deze leeftijdsgroep.
Wetenschap vs. politiek
De motie kreeg direct stevige kritiek vanuit de VVD. Kamerlid Judith Tielen stelde dat politici terughoudend moeten zijn in het zelf interpreteren van data en het aansturen van wetenschappelijke processen. “Wetenschap is geen politiek,” aldus Tielen. “Wij moeten gebruik maken van instituties die voor ons de onderzoeken uitvoeren en vertalen naar politieke aanbevelingen.”
Op de vraag van NSC-Kamerlid De Korte of Kamerleden dan helemaal geen vragen meer zouden mogen stellen, antwoordde Tielen: “Tuurlijk wel. Maar we moeten oppassen dat we onszelf niet opstellen als quasiwetenschappers.”
Staatssecretaris blijft bij ‘nee’
Bij de beantwoording door staatssecretaris Karremans werd duidelijk dat de regering niets ziet in het voorstel van de PVV. De staatssecretaris erkende dat het artikel van Verwaart CBS-cijfers gebruikt, maar stelde dat het gaat om “een niet-wetenschappelijk model”.
“Het feit dat de input CBS-cijfers zijn geweest, legitimeert niet de uitkomst van een rekenmodel dat iemand zelf heeft gemaakt,” zei Karremans. Hij gaf aan dat hij zich uitsluitend baseert op officiële analyses van het RIVM en het CBS. “Als daar opvallende trends in verschijnen, dan vertrouw ik erop dat deze instanties dat aan mij melden. Daarom ontraad ik de motie.”
“Toch oversterfte, ook zonder extrapolatie”
Thiadens liet het er niet bij zitten en wees erop dat de oversterfte ook zonder eigen rekenmodellen zichtbaar zou zijn. “Zoals de auteur aangeeft: ook zonder extrapolatie zou er nog steeds een oversterfte zijn van zeker 20 tot 25 procent,” aldus de PVV’er. “Ik wil de staatssecretaris dat fenomeen meegeven als overweging.”
Karremans hield echter voet bij stuk: “Ik deel die conclusie helemaal niet.” Zelfs het verzoek van Thiadens om dan in elk geval de officiële oversterfte – zonder extrapolatie – onder de loep te nemen, werd afgewezen. “Het is in feite dezelfde vraag als in de motie,” aldus de staatssecretaris. “En daarop is het antwoord hetzelfde.”
Uiteindelijk werd de motie als “ontraden” genoteerd. Later werd de motie verworpen met slechts 44 voorstemmen van PVV, Denk, FVD en JA21. Opvallend is dat Thiadens zich nadrukkelijk beperkt tot één specifieke demografische groep – vrouwen van middelbare leeftijd – waar volgens hem het signaal “te duidelijk” is om te negeren. De suggestie dat hier mogelijk een structurele, maar nog onbekende oorzaak aan ten grondslag ligt, blijft voorlopig onbeantwoord.