Tweede Kamer steekt stokje voor huurplan Keijzer

Een voorstel van minister Mona Keijzer (BBB) om particuliere verhuurders meer ruimte te geven voor huurverhogingen lijkt geen meerderheid te krijgen in de Tweede Kamer. Ook coalitiepartijen NSC en PVV keren zich tegen het plan.
PVV: 'Huren moeten juist omlaag'
Het doel van het plan van Keijzer was om te voorkomen dat verhuurders hun woningen verkopen. Door strengere regels zouden zij te weinig verdienen, aldus de minister. Maar daar wil de Kamer niet aan meewerken.
Volgens PVV-Kamerlid Mooiman is het ’geen tijd om nu hogere huren toe te staan’. Hij vindt dat de huren juist moeten dalen.
NSC ziet niets in snelle wetswijziging
Ook NSC is tegen. Kamerlid Welzijn noemt het plan ’te vroeg’. De nieuwe huurwet is nog maar net van kracht. 'Een wet die nog geen jaar van kracht is’, moet je volgens haar niet nu alweer aanpassen.
Bovendien ziet zij ook voordelen in de verkoop van huurwoningen. Dat maakt volgens haar de weg vrij voor starters en jonge huizenkopers: zij krijgen dan meer kans op een eigen woning.
30.000 huurhuizen al verkocht
Sinds de invoering van de Wet betaalbare huur en het verbod op tijdelijke huurcontracten zijn er volgens cijfers van het Kadaster ruim 30.000 huurwoningen verkocht. Tegelijkertijd kwamen er ook weer huizen bij, maar het totale aanbod in de particuliere sector daalde met 413 woningen.
Minister Keijzer wil de verkoopgolf tegengaan door meer huurverhogingen toe te staan. Zo hoopt zij de verhuur aantrekkelijker te maken. Ze schreef eerder aan de Kamer dat haar plan ’de druk op de woningmarkt’ moest verlichten.
Keijzer wilde verder gaan
Eerder liet Keijzer weten dat ze het liefst de hele huurwet van haar voorganger Hugo de Jonge zou schrappen. Maar daarvoor is geen meerderheid.
Het plan dat nu is tegengehouden ging om extra huurverhogingen in de vrije sector, los van de reguliere stijgingen. Sinds begin dit jaar mogen de huren van duurdere woningen al met 7,7 procent omhoog.
Ook de huren van sociale woningen kunnen vanaf juli mogelijk stijgen, tot vijf procent. Maar of dat doorgaat, hangt nog af van een debat in de Tweede Kamer. Het is nog onduidelijk of daar wel een meerderheid voor is.