CBS: niet-westerse statushouders blijven lang afhankelijk van uitkering

Zes op de tien statushouders die in 2014 een verblijfsvergunning kregen, is na negen jaar nog steeds afhankelijk van een uitkering als belangrijkste inkomstenbron, of heeft geen geregistreerd inkomen. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. De rest heeft wel werk als hoofdinkomen. Hoewel het CBS spreekt van ‘vooruitgang’, laat de langdurige afhankelijkheid van de verzorgingsstaat ook een andere kant van het integratiebeleid zien.
Van de statushouders die in 2014 in Nederland kwamen, had 85 procent in het eerste jaar een uitkering als voornaamste bron van inkomen. Die afhankelijkheid bleef lang bestaan. Zelfs negen jaar later is dat beeld niet drastisch veranderd: 25 procent heeft nog altijd een uitkering, en een deel heeft überhaupt geen inkomen, bijvoorbeeld omdat zij niet werken, geen baan kunnen vinden of thuis voor kinderen zorgen.
Dat betekent dat tienduizenden mensen met een verblijfsvergunning structureel leven van publiek geld. Terwijl het doel van integratiebeleid juist is dat mensen snel zelfstandig worden.
Langzame integratie
Uit de cijfers blijkt dat het vaak jaren duurt voordat statushouders financieel op eigen benen staan. Slechts 47 procent van de statushouders die in 2014 kwamen, heeft na bijna een decennium werk als belangrijkste inkomensbron. Bij andere migrantengroepen gaat dit vaak sneller, maar de meeste statushouders komen uit niet-westerse landen, met name Syrië en Eritrea.
De overheid zet in op onderwijs en inburgeringstrajecten, maar het resultaat is bescheiden. De groep die zelfs na negen jaar nog afhankelijk is van een uitkering, is aanzienlijk. Ook de groep zonder inkomen – bijvoorbeeld vrouwen die thuisblijven of mensen die de taal nog niet spreken – blijft groot.
Lichte verbetering, maar tegen hoge kosten
Het CBS ziet wel een licht positieve trend: statushouders vinden iets sneller werk dan tien jaar geleden. Van de groep die in 2020 een verblijfsvergunning kreeg, werkte na drie jaar 31 procent. Dat was in eerdere jaren lager.
Toch is de vraag wat deze cijfers zeggen over de effectiviteit van het beleid. Duurzame integratie op de arbeidsmarkt blijft een probleem. Veel statushouders belanden in tijdelijke of laagbetaalde banen, en vallen snel terug op een uitkering.
Daarom wil VVD-Kamerlid Bente Becker dat er verandering komt. 'Na 9 jaar heeft 4 op de 10 statushouders werk als belangrijkste inkomstenbron. Dat betekent teveel nog in een uitkering. Dat kan zo niet. Dus: de taaleis in de bijstand handhaven, meer startbanen en de permanente verblijfsvergunning asiel afschaffen', schrijft ze op X.
Massale instroom
Sinds 2014 kregen meer dan 280.000 asielzoekers een verblijfsvergunning. Meer dan de helft komt uit Syrië. De instroom houdt aan, terwijl de problemen met huisvesting, zorg en arbeidsmarkt alleen maar toenemen.
De CBS-cijfers leggen een pijnpunt bloot in het integratiebeleid: zelfs na bijna tien jaar is zelfstandigheid geen vanzelfsprekendheid. Het roept de vraag op hoe houdbaar het huidige model is – voor de statushouders zelf, én voor de belastingbetaler.