EU-Hof dwingt Von der Leyen om sms'jes met Pfizer te openbaren

De Europese Commissie heeft ongelijk gekregen in de rechtszaak over geheime sms’jes tussen Ursula von der Leyen en de topman van Pfizer. Dat heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld, meldt Politico. De Commissie weigerde deze berichten vrij te geven, terwijl ze cruciaal zijn in de besluitvorming rond miljardencontracten voor coronavaccins. Het Hof noemt de handelswijze van Brussel ondoorzichtig en onvoldoende gemotiveerd.
De zaak draait om sms-verkeer tussen Commissievoorzitter Ursula von der Leyen en Albert Bourla, de CEO van farmaceut Pfizer. Via persoonlijke communicatie zouden zij hebben onderhandeld over de aankoop van coronavaccins voor de Europese Unie. Uiteindelijk bestelde de EU 900 miljoen vaccins, met een totale waarde van 35 miljard euro.
Een journaliste van The New York Times vroeg op basis van de Europese wet op openbaar bestuur om alle relevante sms’en over deze onderhandelingen te mogen inzien. De Commissie stelde echter dat zij de gevraagde berichten niet bezit en dus niet kan vrijgeven.
Europese rechter: geen geldig excuus
Het Hof van Justitie van de EU is scherp in zijn oordeel. “De Commissie heeft geen plausibele verklaring gegeven ter rechtvaardiging van het feit dat zij niet in het bezit is van de gevraagde documenten,” stelt het Hof. Ook is er geen duidelijkheid over wat er met de sms’jes is gebeurd. “De Commissie heeft onvoldoende duidelijkheid verschaft over de vraag of de gevraagde tekstberichten zijn verwijderd en, in dat geval, of zij vrijwillig of automatisch zijn verwijderd, dan wel of de mobiele telefoon van de voorzitter inmiddels is vervangen.”
De rechters bekritiseren de Commissie voor het gebrek aan transparantie en betwijfelen of de instelling heeft voldaan aan haar verplichtingen om documenten goed te archiveren en openbaar te maken wanneer dat nodig is.
Wat het oordeel concreet betekent, is nog onduidelijk. De Commissie kan nog in beroep gaan. Ook is niet zeker of de sms’jes daadwerkelijk zullen worden vrijgegeven. Toch is de uitspraak van het Hof een stevige tik op de vingers van Von der Leyen en haar ambtelijk apparaat. Het voedt de kritiek dat de EU-top weinig rekenschap aflegt over hoe er tijdens de coronaperiode is onderhandeld met farmaceuten.