Kabinet verdeeld over regels windmolens – duidelijke normen blijven uit

Het kabinet is het onderling niet eens over nieuwe regels voor de plaatsing van windturbines op land. Daardoor blijven duidelijke landelijke normen voorlopig uit. De tijdelijke regeling die nu geldt, wordt verlengd tot 2026. Dat bevestigt een woordvoerder van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat na berichtgeving van De Telegraaf.
De grootste onenigheid speelt rond de afstand tussen windmolens en woningen. Staatssecretaris Chris Jansen (PVV) wil een minimale afstand van vier keer de tiphoogte. Dat betekent dat de wiek van een molen vier keer omhoog moet passen tussen de windturbine en de dichtstbijzijnde woning. Minister Sophie Hermans (Klimaat, VVD) verzet zich daartegen. Volgens haar blijft er met zulke strenge regels geen ruimte over voor nieuwe windparken op land.
De kwestie ligt gevoelig omdat burgers steeds vaker klagen over geluidsoverlast, slagschaduw en knipperende verlichting van turbines. Toch lukt het het kabinet niet om tot een gezamenlijke lijn te komen. Zolang er geen nieuwe landelijke regels zijn, mogen provincies en gemeenten zelf bepalen wat zij acceptabel vinden.
In 2021 bepaalde de Raad van State dat bij de plaatsing van windmolens beter rekening moet worden gehouden met de effecten op de omgeving. Sindsdien is een milieubeoordeling verplicht, maar die ontbreekt nog altijd. De tijdelijke overgangsregeling die sindsdien geldt, zou komende maand aflopen. Het kabinet heeft nu besloten die met twee jaar te verlengen.
Minister Hermans stelt dat er alsnog eerder een akkoord kan komen, mits er snel overleg is met provincies en gemeenten. De windsector maakt zich ondertussen zorgen. De branche waarschuwt dat de aanhoudende onzekerheid investeerders afschrikt.