De Wodg: een technocratische machtsgreep in vredestijd

Stel je voor: een Nederland waarin Defensie zonder noemenswaardige beperkingen jouw gegevens mag verzamelen, je bewegingsvrijheid kan inperken, en zelfs je nachtrust mag verstoren met schietoefeningen en laagvliegende straaljagers – allemaal zonder dat er een oorlog aan de gang is. Klinkt als dystopische sciencefiction? Nee, dit is de realiteit die de Wet op de Defensiegereedheid (Wodg) ons voorspiegelt. Vanuit een libertair perspectief is dit wetsvoorstel niet alleen een ongekende inbreuk op onze vrijheden, maar ook een technocratische machtsgreep die de Patriot Act doet verbleken. En dat alles in vredestijd, zonder duidelijke dreiging of noodtoestand. Dit is niet zomaar een wet; dit is een blauwdruk voor een surveillance-staat op steroïden.
Een Noodwet Zonder Noodtoestand
Laten we beginnen met het meest bizarre aspect: de Wodg is in alles een noodwet, maar zonder de voorwaarde van een daadwerkelijke crisis. Klassieke noodwetten treden alleen in werking bij een uitgeroepen noodtoestand, zoals een oorlog of natuurramp, en hebben een duidelijke looptijd. Niet zo bij de Wodg. Deze wet geeft Defensie permanente uitzonderingsbevoegdheden, alsof we continu in een "grijze zone tussen oorlog en vrede" leven, zoals het wetsvoorstel zelf stelt. Dit is een fundamentele breuk met het principe dat vrijheden alleen tijdelijk worden ingeperkt bij acute noodzaak. In plaats daarvan krijgen we een permanente quasi-crisisstatus, waarin de minister van Defensie naar believen regels kan oprekken of negeren – van privacyrechten tot aanbestedingsregels. Dit is geen voorbereiding op een hypothetische dreiging; dit is het normaliseren van uitzonderingsmacht.