Richard de Mos stapt naar rechter: ‘College houdt mij al jaren aan het lijntje’

Richard de Mos, partijleider van Hart voor Den Haag, heeft het overleg met het stadsbestuur over compensatie en excuses definitief afgebroken. De gesprekken met het college zijn volgens hem vastgelopen, waarna hij nu via de rechter genoegdoening wil afdwingen. De Mos voelt zich na jaren van vervolging, vrijspraak en politieke uitsluiting in de steek gelaten door het stadsbestuur.
De Mos publiceerde deze week een open brief waarin hij zijn onvrede uit. Hij stelt dat het college 'bij nader inzien' heeft besloten geen excuses of compensatie te bieden voor de schade die hij en zijn partij volgens hem hebben geleden. 'Met zeer grote teleurstelling', zo begint hij de brief, hoorde hij dit via bemiddelaar en raadslid Constant Martini.
De Mos beschuldigt het college van gebrek aan empathie, politieke spelletjes en het negeren van eerdere toezeggingen. Volgens hem zijn er sinds eind 2024 pogingen gedaan om de zaak informeel te schikken, maar zonder resultaat. Zijn conclusie: 'Het voelt of het college mij aan het lijntje gehouden heeft.'
De zogenaamde 'zaak De Mos' begon in 2019. Samen met partijgenoot Rachid Guernaoui en een aantal ondernemers werd hij verdacht van corruptie, omkoping en deelname aan een criminele organisatie. In 2023 volgde vrijspraak op vrijwel alle punten. Alleen het lekken van vertrouwelijke stukken werd bewezen, maar leverde De Mos slechts een voorwaardelijke geldboete op.
Ondanks de vrijspraak bleef de politieke schade groot. Hart voor Den Haag werd uitgesloten van deelname aan het stadsbestuur. De Mos stelt dat zijn imago blijvend is beschadigd, en dat hij nog steeds fysieke en mentale gevolgen ondervindt van het proces. Volgens De Mos leek er lange tijd uitzicht op een regeling. Er zou volgens hem binnen het college steun zijn geweest voor een schadevergoeding, en de gemeentesecretaris zou 'de seinen op groen' hebben gezet. Toch liepen de gesprekken alsnog vast. 'De laatste weken van juni is mij door leden van het college een worst voor de neus gehouden', schrijft hij. 'Maar eenmaal uit de wachtkamer, was de douche opnieuw ijskoud.'
De partijleider hekelt het gebrek aan gezamenlijkheid binnen het college. Burgemeester en wethouders zouden elkaar tegenspreken en onduidelijkheid zaaien over het te voeren beleid. Een wethouder zou geen excuses willen aanbieden, maar wel openstaan voor financiële compensatie. Die compensatie kwam er echter niet. De Mos zegt geen andere weg meer te zien dan de gang naar de rechter. Hij werkt aan een lijst van getuigen, onder wie wethouders en ambtenaren. Die lijst wordt uiterlijk medio september ingediend. Zijn doel: achterhalen wie er binnen het stadhuis verantwoordelijk waren voor de gang van zaken. 'Zeker omdat we een oud-partijbestuurder op beeld hebben die zegt dat een wethouder na mijn val sprak over ‘het is gelukt’.'
Toch houdt hij nog een deur op een kier. Tot 18 juli wil hij het college de kans geven alsnog tot een schikking te komen. 'Al was het maar om de stad te behoeden voor een nóg langere nasleep van de zaak De Mos', aldus de partijleider.