Relschoppers die azc-demonstratie kaapten stevig gestraft: 'Vreedzame betogers konden hun stem niet laten horen'

Vier mannen stonden woensdag terecht in Zutphen wegens geweld tegen de politie tijdens de ongeregeldheden bij een raadsvergadering in Doetinchem op 25 september. Toen de gemeenteraad sprak over de komst van een asielzoekerscentrum (AZC), liep een protest buiten het gemeentehuis uit de hand. Volgens het Openbaar Ministerie (OM) werden politiemensen doelbewust aangevallen met zwaar vuurwerk.
De Mobiele Eenheid (ME) had die avond grote moeite om de orde te herstellen. Er werd vuurwerk gegooid naar agenten die nog niet over hun extra beschermingsmiddelen beschikten. De officier van justitie sprak van een “aanval met risico op zwaar lichamelijk letsel”.
De officier van justitie benadrukte dat het geweld niet alleen de veiligheid van politiemensen bedreigde, maar ook het democratische proces aantastte. “Vreedzame betogers konden hun stem niet laten horen en het democratische proces wordt door dergelijke gewelddadigheden ondermijnd,” zei zij.
Tijdens de zitting werd duidelijk dat de raadsvergadering die avond achter gesloten deuren plaatsvond. Dat was een uitzondering, omdat een week eerder bij een vergelijkbare bijeenkomst al sprake was geweest van grote onrust.
“Het gedrag van deze verdachten kan uitermate intimiderend zijn in de richting van de gemeenteraadsleden die binnen hun taak uitvoeren terwijl zij buiten de rellen kunnen horen”, aldus de officier. “Voor de politiemensen die hun werk deden was de situatie zeer angstaanjagend.”
Het OM eiste forse straffen. Tegen drie verdachten werd een celstraf van acht maanden geëist, deels voorwaardelijk. De vierde verdachte, een 18-jarige uit Doetinchem, viel onder het jeugdstrafrecht en kreeg een voorwaardelijke straf van negentig dagen.
De zwaarste eis gold voor een 37-jarige man uit Doetinchem, die naast vuurwerk ook een ploertendoder bij zich had. Twee anderen, van 21 en 23 jaar uit respectievelijk Oude IJsselstreek en Aalten, werden vervolgd voor het opzettelijk tot ontploffing brengen van zwaar vuurwerk in vereniging en het bezit van verboden vuurwerk.
De politierechter deed dezelfde middag nog uitspraak. De jongste verdachte hoefde niet terug naar de cel. Voor de andere drie verdachten vielen de straffen lager uit dan de eisen van het OM, maar de rechter sprak wel van een “zeer ernstige zaak”. De drie volwassen verdachten kregen celstraffen van één tot drie maanden. De rechter hield rekening met persoonlijke omstandigheden en het feit dat de verdachten niet eerder voor vergelijkbare feiten waren veroordeeld.
Praatmee