Gideon van Meijeren begint zijn vraag met een kleine inleiding. Zo betreurt hij het dat de vacinnatiedata niet worden geopenbaard, terwijl - zo meent hij - het RIVM zich verschuilt achter "privacywetgeving die evident niet van toepassing is". Van Meijeren vindt het vreemd dat het RIVM, ondanks het feit dat de de oorzaken van de oversterfte onbekend zijn, alsnog een nieuwe vaccinatieronde gepland heeft binnenkort.
Maar hier grijpt de voorzitter meteen in. Van Meijeren is hierover verontwaardigd: "Het valt me op dat u eigenlijk in de gelegenheid heeft gesteld om hun vraag in een halve minuut of 45 seconden in te leiden, en dat u mij bij mijn tweede zin meteen onderbreekt, terwijl die inleidende opmerking heel belangrijk is om mijn vraag dadelijk goed te kunnen stellen."
De voorzitter is het echter niet eens met deze opmerking. Ze vindt dat Van Meijeren geen inhoudelijke vraag stelt over de onderzoeken naar oversterfte, maar over het overheidsbeleid. Dat is momenteel niet toegestaan. Van Meijeren zal zijn vraag op 28 september kunnen stellen aan de minister. Maar Van Meijeren zegt dat hij zijn vraag baseert op advies van het RIVM om binnenkort weer een vaccinatieronde te doen. En als hij zijn vraag op 28 september aan de minister stelt, zal die hem doorverwijzen naar het RIVM. Aldus vreest het FVD-Kamerlid dat hij van het kastje naar de muur wordt gestuurd.
"Meneer Van Meijeren, dit gaan we gewoon niet doen," vindt de voorzitter. "U stelt een inhoudelijk-technische vraag, zonder allerlei meningen en kwalificaties te geven, of ik ontneem u het woord. Zo simpel is het."
Maar Van Meijeren weigert zich hierbij te voegen, en stelt zijn eigen vraag alsnog. Daarom concludeert de voorzitter tot slot: "Hierop hoeft de heer Van Dissel geen antwoord te geven." En dus komt er geen antwoord van de OMT-voorzitter.