Maandag werd er in de Tweede Kamer gedebatteerd over de transgenderwet. De wet moet het mogelijk maken dat je zonder tussenkomst van een deskundige (arts of psycholoog), en al vanaf zestien jaar, het geslacht in je paspoort kunt wijzigen. Over de wet was al eerde protest ontstaan, onder meer van feministen, stichting Gendertwijfel, Kamerlid Pieter Omtzigt en JA21-Kamerlid Nicki Pouw-Verweij.
Tijdens het debat maandag toonde ook BBB-voorvrouw Caroline van der Plas zich een criticus van de wet. Maar meteen vreesde ze repercussies, omdat volgens haar het debat vrij verhit is.
Ze constateert: "Opiniemakers, vrouwen en zelfs de meest integere collega's in deze Kamer zijn in de afgelopen maanden bij elke vorm van twijfel over deze nieuwe wet uitgemaakt voor vrouwenhater, transfoob en terf. Dit is een Engelse term die in het Nederlands 'turf' betekent: trans-uitsluitende radicaal feminist. Het is echt belachelijk hoe iedereen die ergens kritisch naar kijkt tegenwoordig door bijvoorbeeld de wokegemeenschap wordt uitgesloten, beschimpt en gecanceld. Daarbij wordt gelijk geroepen dat je transgenders haat en dat je niet voor gelijke rechten bent voor iedereen. Je wordt zo keihard gecanceld dat ze hopen dat je de volgende keer je mond houdt."
Van der Plas vindt de beschuldiging "transfoob" kwalijk. Ze legt uit waarom: "Dit impliceert namelijk dat een Kamerlid haat koestert richting de mensen die hij of zij vertegenwoordigt. Kamerleden die kritisch zijn op wetgeving zijn niet meteen transfoob. Nederlanders die waarde hechten aan een conservatieve interpretatie van geslacht zijn niet meteen transfoob. Mensen die weinig ervaring hebben met transgenders zijn geen terfs. Hou daarmee op! Je bewijst het publieke debat er niet eens een dienst mee en je bewijst ook de mensen om wie het hier gaat er geen dienst mee. Ik ben ervan overtuigd dat de mensen om wie deze wet gaat, ook een normaal publiek debat willen."
Bezwaren tegen de transgenderwet
Na deze algemene mededeling legt Van der Plas haar bezwaren op tafel. Ze vindt de leeftijdsgrens van zestien jaar te jong, omdat volgens haar de hersenen pas volgroeid zijn bij twintig jaar. Daarom kunnen jongeren nog niet zulke grote beslissingen nemen, en is er een kans dat ze spijt krijgen van de geslachtswijziging in hun paspoort, redeneert Van der Plas: "Veel jongeren, maar natuurlijk niet allemaal, kunnen op die leeftijd vaak nog niet de gevolgen van hun daden overzien op de lange termijn. Dat is gewoon een medisch feit. Ik heb op die leeftijd ook keuzes gemaakt die ik nu nooit meer zou maken." Daarom wil ze dat de minimumleeftijd blijft op achttien jaar.
Ook is de BBB-voorvrouw bang dat mannen misbruik maken van de regeling om vrouwenkleedkamers en -gevangenissen binnen te dringen. Eerder voerden FVD-Kamerlid Gideon van Meijeren en feministen dit bezwaar aan. Wel nuanceerde Van der Plas snel: "En nee, mannelijk Nederland zal zich niet massaal met het paspoort in de hand in de vrouwen-wc storten om daar vrouwen te betasten of te verkrachten, maar wat gebeurt er als een kwaadwillende man wél de kleedkamer van de sportschool in loopt en daar, als hij om zijn ID wordt gevraagd, aantoont dat hij wel degelijk een vrouw is? Want dat staat er. Mag hij dan weggestuurd worden? Is dat dan geen discriminatie? En wat als hij mag blijven en hij wel meisjes of vrouwen gaat lastigvallen of begluren? Willen we dat? Willen we dit risico lopen?"
Transgender in de sport
Tot slot vreest Van der Plas voor biologische mannen die dankzij de wet kunnen meedoen aan vrouwensport, en vervolgens vanwege hun fysieke voordeel de vrouwencategorieën zullen domineren. Daarmee komen volgens haar vrouwenrechten in het geding. "Wij hebben niet voor niets gestreden om als volwaardige categorie te worden gezien," citeert Van der Plas hierover een columniste. Eerder dit jaar won in de Verenigde Staten een transvrouw (dus een biologische man) de nationale zwemwedstrijd voor vrouwen.
Ook merkt Van der Plas op: "In de amateursport wordt niet gecontroleerd op hormonen en doping. Dat gebeurt wel in de topsport. Kan het gebeuren dat er in de amateursport dan een soort van ongelijkheid komt in het fysiek?" Ze hamert op het belang van de tussenkomst van een deskundige (arts of psycholoog), ook als officiële "bevestiging" naar jonge transgenders toe.
Ten slotte toont de BBB-vrouw ook begrip voor voorstanders van de transgenderwet. Maar ze besluit haar betoog met de bedenking: "Als laatste vraag ik mij af waarom dit een zaak moet zijn voor de Tweede Kamer en waarom de overheid de noodzaak voelt zich bezig te houden met de genderidentificatie van burgers."