Eerder deze maand bleek uit Wob-documenten dat de huidige minister van Financiën, Sigrid Kaag (D66), het niet zo nauw nam met het Handboek Integriteit. Hierin staat dat een bewindspersoon tijdens zijn of haar ministerschap geen nevenfunctie mag hebben, om zo elke vorm of suggestie van belangenverstrengeling te vermijden. Data-onderzoeker Wouter Aukema concludeerde echter uit interne correspondentie tussen ambtenaren dat Kaag van 2018 tot 2021 bestuurslid was van de WHO-organisatie GPMB. Destijds was zij eveneens de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking in kabinet-Rutte III (2017-2022).
Kaag verzweeg deze nevenfunctie voor de Tweede Kamer. Uit de interne correspondentie bleek eveneens dat haar ambtenaren niet wisten hoe Kaag hiervoor verantwoording aan de Tweede Kamer zou kunnen afleggen. Maar er is nog meer aan de hand. Eerder deze week werd duidelijk ook dat Kaag momenteel, als vrijwel enige van de twintig ministers van het huidige kabinet, haar vroegere nevenfuncties niet openbaar heeft staan op de website van Rijksoverheid. Alleen VVD-minister Liesje Schreinemacher geeft evenmin transparantie.
Vragen aan premier Rutte
Nog dezelfde week dat dit bekend werd, wilde SP-Kamerlid Renske Leijten opheldering. Leijten diende schriftelijke vragen in aan premier Rutte over het thema 'het naleven van integriteitsregels door bewindspersonen'. Minister Kaag komt in deze vragenlijst uitgebreid aan bod.
'Waarom is een nevenfunctie van een bewindspersoon niet opgegeven, ondanks dat dit wel volgt uit de gedragscode voor bewindspersonen? Kunt u uw antwoord uitgebreid toelichten?' schreef Leijten over Kaag. Ze wilde ook weten of het klopt dat ambtenaren meermaals minister Kaag hebben geadviseerd om haar GPMB-functie wel te laten registeren? Indien dit inderdaad klopt, wil Leijten weten waarom deze adviezen niet zijn opgevolgd.
Toelichting bij GeenStijl
Leijtens vragen aan Rutte zijn nog niet beantwoord; meestal gaat er wel wat tijd overheen. Nu legt Leijten bij GeenStijl nogmaals uit waarom ze graag opheldering wil over de kwestie.
Leijten zegt niet te weten wat de organisatie GPMB precies inhoudt. "En eerlijk gezegd doet het er voor mij ook niet toe," zegt ze. "Als het de lokale postzegelvereniging was geweest, had ik het ook gevraagd, omdat je [een nevenfunctie] moet melden."
Ze vervolgt: "Het gaat mij er dus niet om dat het Kaag is of een club over pandemieën. Het gaat mij er om dat je denkt dat regels die voor iedereen gelden, niet voor jou gelden. Dat is niet goed. Wij maken hier regels voor iedereen. En zeker als je die regels maakt, houd je je aan de regels."
Leijten erkent dat het niet altijd duidelijk is wat een minister wel en niet moet melden. Maar ze merkt op dat het kabinet tegelijkertijd wel steeds meer ingrijpt in het persoonlijk leven van burgers. Dat bewindslieden dit omgekeerd niet altijd blijken te doen, vindt ze krom: "Van veel inwoners van ons land zeggen wij: 'Als je niets te verbergen hebt, mogen we je toch overal filmen? Dan mogen we toch alles van je weten met een slimme energiemeter?'"
Ze besluit: "Het argument is altijd: als je niets te verbergen hebt, mogen wij het weten. [...] Maar als het om hen gaat, dan is het van: 'Dat melden we even niet.' [...] Dat vind ik funest voor de integriteit van de overheid, van de regering, uiteindelijk van de politiek in zijn geheel. [...] Dat is nou precies de reden waarom ik die Kamervragen heb ingediend."