Groene Khmer maakt gehakt van de natuur
Nederland is een land van klompen, molens, tulpen en kaas, aldus bezongen door ’s Neerlands grootste “singer songwriter” Joop Visser. En de oudste molen in Nederland schijnt al in de dertiende eeuw te zijn gebouwd in het dorpje Willemskerke in Zeeuws-Vlaanderen. Veel Nederlanders hebben niets tegen oude windmolens en Don Quichot wordt inmiddels afgedaan als een zot die bij gebrek aan kennis tegen windmolens vocht. Zelf zit ik ’s zomers graag in Haarlem aan het Spaarne bij Restaurant Zuidam in de schaduw van de molen De Adriaan. Mooie nostalgie die rap aan het verdwijnen is nu heel Nederland vol wordt gezet met moderne windturbines die meer weg hebben van zoemende insecten, dan van onze ouderwetse molens. Maar de aanval van deze landsprinkhanen valt in het niet bij de industrialisatie van de Noordzee.
Onze demissionaire klimaatdrammer Rob Jetten schrijft, trots als een pauw, eind februari 2024 nog even de nieuwe tenders uit voor windenergie op zee, voor een totaal van 4 gigawatt. En onlangs werd, met de ingebruikname van de windparken Hollandse Kust Noord (een samenwerking van Shell en Eneco), Borssele en Hollandse Kust Zuid het doel gehaald om maar liefst 4,5 gigawatt aan zogenaamd duurzame elektriciteit te produceren is en ten koste van Noordzee: ons grootste natuurgebied. De ironie is niet ver te zoeken.