Castricum buigt niet voor klagende asielzoekers: "Geen voorrang op een huis en dat blijft zo"

De groep asielzoekers in Alkmaar die weigeren hun intrek te nemen in de hun toegewezen woning in Castricum, kunnen op weinig medeleven rekenen vanuit de lokale politiek, zo blijkt uit een rondgang van De Telegraaf. Wethouder Paul Slettenhaar is bovendien onvermurwbaar: “Statushouders krijgen geen voorrang op een huis in Castricum en dat blijft zo”, is hij duidelijk.
De groep asielzoekers uit Jemen en Syrië woont op dit moment nog in Alkmaar en hebben een nieuwe tijdelijke verblijfplaats in Castricum toegewezen gekregen. Maar ze zijn allerminst tevreden met dat verblijf en weigeren ernaar toe te gaan. Afgelopen week demonstreerden de 32 asielzoekers in Alkmaar. Ze droegen borden met daarop teksten als ‘Wij willen een echte woning’ en ‘U stopt onze dromen’. Een aantal van hen gaf zelfs aan nog liever op straat te slapen dan in het tijdelijk toegewezen verblijf te gaan wonen. Ze klagen over te kleine kamers en te weinig privacy. “De maat is vol”, vertelde een van hen tegenover NH Nieuws. “We worden steeds van de ene naar de andere tijdelijke woonplek verhuisd.”
De protesterende asielzoekers kunnen op weinig begrip rekenen van de lokale politiek in Castricum. “Een hoop mensen vinden dit ondankbaar gedrag”, regeert raadslid Ralp Castricum van de lokale partij Forza! in De Telegraaf. Hij vindt dat Castricum het juist goed doet door het niet te aantrekkelijk te maken voor asielzoekers. Als heel Nederland dat zou doen, zou dat volgens hem minder immigratie betekenen.
Ook wethouder Paul Slettenhaar is absoluut niet onder de indruk van de protesten van de asielzoekers. “Statushouders krijgen geen voorrang op een huis in Castricum en dat blijft zo”, is zijn duidelijke commentaar. Hij wijst daarbij op het feit dat ook starters en jongeren zoeken naar een huis en dat statushouders net als iedereen moeten wachten tot er plaats. Tot die tijd kunnen ze in de tijdelijke locaties verblijven.