Hoofddoek is hét symbool van ideologische onderdrukking
De hoofddoeken-tweet van de kersverse minister Agema deed de vraag weer oplaaien die maar niet beantwoord lijkt te kunnen worden: kan het dragen van een hoofddoek uit naam van de Islam een vrije keuze zijn en moeten wij die keuze in Nederland in het publieke leven accepteren en faciliteren? Maar als we eerlijk en realistisch zijn is het antwoord simpel: nee.
Kamerlid Esmah Lahlah betoogde naar aanleiding van Agema’s bericht dat niemand haar dwingt een hoofddoek te dragen en dat het ‘een expressie van haar identiteit en geloof is’. Dat tweede zal ongetwijfeld waar zijn, maar zij zou zich moeten afvragen waarom zij haar identiteit ophangt aan dat geloof en hoe vrij zij is geweest om haar identiteit als ‘vrouw met een hoofddoek’ zelf vorm te geven. Het is een contradictio in terminis: uit vrije wil een hoofddoek dragen. Een hoofddoek is namelijk niet gewoon een kledingstuk, het is geen fashion statement, een stijl, of een expressie. Het is een instrument waarmee een bepaalde ideologie wordt uitgedragen en opgelegd en die voorschrijft dat de vrijheid van vrouwen moet worden ingeperkt. Hoe weet je wie je bent als je niet vrij bent om jezelf te zijn zoals je bent? En, misschien nog wel een belangrijker vraag: in hoeverre mag jouw ‘keuze’ om de beknotting van de vrijheid van vrouwen uit te dragen de vrijheid van andere vrouwen om dat niet te willen belemmeren? Want uiteindelijk komt het daarop neer: zolang de inperking van vrouwelijke vrijheid wordt uitgedragen en geaccepteerd, legitimeer je de gevangenschap van vrouwen wiens ‘keuze’ dat niet is.