Hongarije stopt buitenlandse invloed: Geen Soros-geld meer in politiek

De Hongaarse premier Viktor Orbán heeft de extra pensioenbetaling en andere maatregelen voor ouderen verdedigd tijdens een interview op Kossuth Radio. Hij benadrukte dat de Hongaarse regering zich richt op kinderen en gepensioneerden en dat het land, wanneer mogelijk, deze groepen extra ondersteunt.
Orbán ziet 2025 als een jaar vol kansen om sociale steun verder uit te breiden. “Wanneer er economische ruimte is, is het logisch om de pensioenen te verbeteren,” verklaarde hij. Daarnaast introduceerde de regering een regeling waarmee gepensioneerden in kleinere dorpen tot zes miljoen Hongaarse forint kunnen krijgen voor woningrenovatie. Deze regeling heeft al 600.000 mensen geholpen.
De premier hekelde ook het debat rondom de 13e maand pensioen, die tijdens het bewind van voormalig premier Gyurcsány werd afgeschaft. Orbán stelde dat Brussel zich onterecht bemoeit met de Hongaarse uitgaven en dat de EU liever geld geeft aan speculanten en banken dan aan burgers in nood.
Orbán kondigde ook het einde van het USAID-programma in Hongarije aan en verwees naar een nieuw economisch akkoord dat in de maak is. Hij beschuldigde de Democratische Partij in de VS van het vernietigen van economische relaties en stelde dat onder het bewind van Biden Chinese investeringen in Hongarije groter zijn geworden dan Amerikaanse.
Daarnaast uitte hij kritiek op de invloed van internationale organisaties en George Soros. Volgens Orbán hebben door het buitenland gefinancierde groeperingen geprobeerd de Hongaarse regering omver te werpen, met steun van de EU en de Amerikaanse Democraten. “We kunnen geen buitenlandse financiering voor politieke doeleinden accepteren en zullen hier hard tegen optreden,” verklaarde hij.
Verzet tegen EU-migratiebeleid
Het Hongaarse verzet tegen het EU-migratiepact blijft een speerpunt van de regering. Orbán riep op tot verzet tegen de Brusselse dwangmaatregelen en verklaarde dat een boete van 1 miljoen euro per dag beter is dan het toelaten van migranten. Hij wees erop dat steeds meer landen, zoals Duitsland, Polen en Italië, zich tegen het beleid keren.
Volgens Orbán zal de aanstaande verkiezing in Duitsland mogelijk een ommekeer brengen, met de stijgende populariteit van de conservatieve en anti-immigratiepartij AfD.