Linkse gemeenten woedend om einde voorrang statushouders: 'Onmenselijk'

Het plan van Woonminister Mona Keijzer (BBB) om statushouders geen voorrang meer te geven bij sociale huurwoningen stuit op felle kritiek van grote steden. Groningen, Amsterdam, Utrecht, Den Haag en Eindhoven noemen de maatregel 'onmenselijk' en waarschuwen voor grote maatschappelijke problemen. Ze roepen het kabinet op om het voorstel per direct in te trekken.
Het wetsvoorstel houdt in dat statushouders niet langer met voorrang een sociale huurwoning krijgen toegewezen, maar op dezelfde wachtlijst komen als andere woningzoekenden. Volgens minister Keijzer moet dit de druk op de woningmarkt verlichten, maar volgens de gemeenten zal het juist leiden tot overvolle asielzoekerscentra, hogere opvangkosten en een toename van dakloosheid.
“Nu al bestaat een derde van de mensen in de opvang uit statushouders,” stelt het gemeentebestuur van Groningen. “Als zij niet kunnen doorstromen, raken opvanglocaties nóg sneller vol en worden de kosten voor opvang en maatschappelijke voorzieningen alleen maar hoger.”
Ook de integratie van statushouders komt in gevaar, waarschuwen de gemeenten. “Een stabiele woonplek is essentieel om een zelfstandig leven op te bouwen, werk te vinden en bij te dragen aan de samenleving. Zonder huisvesting neemt de kans op langdurige afhankelijkheid van sociale voorzieningen toe,” aldus de gezamenlijke verklaring.
‘Statushouders niet de oorzaak van woningnood’
Volgens de gemeenten legt het kabinet de schuld van de woningcrisis onterecht bij statushouders. “De woningnood in onze steden wordt niet veroorzaakt door een teveel aan statushouders, maar door een tekort aan sociale huurwoningen,” stellen zij.
Dennis de Vries, wethouder Wonen, noemt de kabinetsmaatregel misleidend. “Wat er hier gebeurt, is dat groepen mensen tegen elkaar worden uitgespeeld. Het kabinet creëert het beeld dat statushouders ‘onze’ woningen inpikken, terwijl in steden als Utrecht maar een klein deel van de vrijkomende sociale huurwoningen aan statushouders wordt toegewezen. De werkelijke oorzaak is een kapotte woningmarkt, waarin al jaren te weinig betaalbare woningen worden gebouwd.”
In plaats van statushouders de dupe te laten worden, pleiten de gemeenten voor meer sociale woningbouw. “De enige echte oplossing is om gemeenten te verplichten minstens 30% sociale huur te bouwen bij nieuwbouwprojecten. De schuld neerleggen bij een kwetsbare groep is onmenselijk,” benadrukken de ondertekenaars.
Grote steden komen in actie
Naast Groningen hebben ook Amsterdam, Den Haag, Utrecht, Eindhoven en andere gemeenten hun afkeuring uitgesproken. Rachel Streefland, wethouder Asiel en Integratie in Utrecht, waarschuwt voor de gevolgen: “Opvanglocaties lopen op deze manier nog sneller vol en mensen wordt de mogelijkheid ontnomen om te starten met inburgeren en een toekomst op te bouwen.”
Volgens de gemeenten schuift het kabinet de negatieve effecten van deze maatregel af op lokale overheden. “Het is niet humaan, het creëert grote maatschappelijke problemen en lost de woningnood niet op. Dit voorstel moet zo snel mogelijk van tafel,” stelt de gemeente Utrecht.
De betrokken steden hebben hun bezwaren ingediend bij het kabinet en zullen hun standpunt inbrengen tijdens de consultatieronde. Uiteindelijk is het aan de Tweede Kamer om over het wetsvoorstel te beslissen, maar de gemeenten laten er geen misverstand over bestaan: “Wat ons betreft wordt dit plan vandaag nog geschrapt.”