Anti-woke leraar moet spaargeld inleveren na omstreden ontslag

De Ierse leraar Enoch Burke weigert zich neer te leggen bij een gerechtelijk verbod om terug te keren naar zijn voormalige school. Ondanks hoge boetes, een gevangenisstraf van 512 dagen én een dreigend beslag op zijn bezittingen, blijft Burke zich beroepen op zijn geloof en grondrechten. De rechtbank dreigt nu verder te gaan dan alleen beslag op zijn salaris, meldt het nieuwsplatform Irish Examiner.
Burke is in Ierland een controversieel figuur geworden. Hij werd in 2022 ontslagen nadat hij zich publiekelijk verzette tegen de aanspreekvorm van een transgenderleerling. Sindsdien vecht hij zijn ontslag aan, waarbij hij zich beroept op zijn christelijke overtuiging. Sindsdien heeft hij meermaals in de gevangenis gezeten vanwege het negeren van een rechterlijk verbod.
Sinds zijn vrijlating rond Kerstmis, duikt Enoch Burke keer op keer op bij Wilson’s Hospital School in Westmeath. De school waar hij eerder werkte, maar niet meer welkom is. De rechter verbood hem herhaaldelijk om er nog te verschijnen. Toch blijft Burke komen, wat hem per dag een boete van 700 euro oplevert. In januari werd dat bedrag zelfs verdubbeld naar 1.400 euro.
Saldo ontoereikend
Ondanks dat hij feitelijk is ontslagen, ontvangt Burke nog steeds zijn salaris. De beroepsprocedure tegen zijn ontslag loopt namelijk nog. De rechtbank besloot vorige week daarom een beslaglegger (receiver) aan te stellen over zijn loon. Ook werd zijn bankrekening bevroren.
Maar het saldo op Burke’s rekening blijkt niet toereikend. Er staat zo’n 40.000 euro op, terwijl de openstaande boetes inmiddels zijn opgelopen tot meer dan 79.000 euro. En de teller loopt door. Daarom overweegt de Ierse overheid, in overleg met de receiver, nu ook beslag te leggen op andere eigendommen van Burke. Dat bleek dinsdag tijdens een hoorzitting in het High Court in Dublin.
Burke haalt uit in de rechtszaal
In plaats van naar school te gaan, verscheen Burke dinsdag in de rechtszaal. Hij kwam samen met zijn moeder en twee broers en zussen. De rechter gaf hem de gelegenheid om toe te lichten waarom de beslagmaatregel niet definitief zou moeten worden.
Burke greep die kans aan om opnieuw zijn grondrechten te bepleiten. Hij vindt dat zijn vrijheid van religie en meningsuiting wordt geschonden. De rechter hield hem echter voor dat de zitting enkel ging over het loonbeslag. Toen Burke klaagde dat de advocaat van de staat 20 minuten mocht spreken, terwijl hij zelf nog geen vijf minuten kreeg, kreeg hij alsnog vijf minuten spreektijd.
Daarin beschuldigde hij de overheid ervan ‘historisch onrecht’ te plegen. “Wat er met mijn salaris gebeurt, is nooit eerder vertoond in de geschiedenis van deze staat.”
Nadat de rechter hem ruim vijf minuten had laten uitspreken, maakte hij het beslag op Burke’s salaris definitief. Hij verdaagde de zaak voor twee weken om de staat de gelegenheid te geven ook formeel beslag te leggen op andere bezittingen.