DNB ziet stijging contante betalingen: wantrouwen groeit tegen digitale betalingen groeit?

Contant betalen is nog altijd springlevend in Nederland. Dat blijkt uit nieuw onderzoek van Betaalvereniging Nederland en De Nederlandsche Bank (DNB). Hoewel het aandeel contante betalingen aan de kassa al jaren stabiel blijft rond de twintig procent, is de waarde van die betalingen in 2023 fors gestegen.
Vooral ouderen en mensen met een krappe beurs kiezen bewust voor contant geld. Onder 75-plussers betaalt dertig procent liever met muntjes en briefgeld. Bij jongeren is dat slechts zestien procent. Ook huishoudens die moeilijk rondkomen geven aan dat ze meer grip hebben op hun uitgaven als ze cash gebruiken. Ruim een derde van hen noemt contant betalen overzichtelijker dan pinnen.
Deze voorkeur is niet beperkt tot mensen met een laag inkomen. Een kwart van de consumenten die financieel juist makkelijk kunnen rondkomen, geeft ook de voorkeur aan contant geld. Zij ervaren meer controle bij fysieke uitgaven dan bij digitale betalingen.
In totaal werden er vorig jaar 7,2 miljard kassabetalingen gedaan, drie procent meer dan in 2022. Van deze betalingen gebeurde negentien procent met contant geld. De totale waarde van alle kassabetalingen steeg met vier procent naar 178 miljard euro. Maar vooral opvallend is dat de waarde van contante betalingen met elf procent is toegenomen, ondanks dat het aantal contante transacties gelijk bleef.
Dit suggereert dat contant geld steeds vaker voor grotere uitgaven wordt gebruikt. Mogelijk speelt de hoge inflatie hierbij een rol, maar ook een groeiend wantrouwen tegenover digitale betalingen en privacykwesties.