NSC en BBB verliezen het meeste vertrouwen
Vooral bij de kiezers van NSC en BBB is het vertrouwen gekelderd. 89 procent van de NSC-kiezers zegt waarschijnlijk niet nog eens op Pieter Omtzigt te stemmen. Twaalf procent denkt zelfs aan helemaal niet meer stemmen. Bij BBB gaat het om 71 procent die twijfelt, en dertien procent die mogelijk thuisblijft bij een volgende verkiezing.

Ook bij de VVD is de twijfel groot: 52 procent denkt na over een ander stemgedrag. Zes procent overweegt niet meer te stemmen. Bij de PVV twijfelt 45 procent, en twaalf procent denkt eraan zich helemaal af te keren van de stembus.

In totaal komt het aantal kiezers dat zegt niet meer te willen stemmen overeen met het verlies van ongeveer acht zetels voor de huidige coalitiepartijen.

Redenen voor afhaken
De kiezers geven duidelijke redenen voor hun onvrede: ruzie binnen de coalitie, gebroken verkiezingsbeloften en teleurstelling in het gedrag van politici. Veel mensen hebben het gevoel dat de politiek niet naar hen luistert, en dat het toch geen verschil meer maakt op wie je stemt.

Verschillen met oppositie
Onder stemmers van oppositiepartijen is de twijfel minder groot. Daar twijfelt 45 procent, en vijf procent overweegt niet meer te stemmen. Veel van hen overwegen om over te stappen naar een andere partij. Vooral het CDA lijkt daarvan te profiteren, met name bij voormalig NSC-electoraat. Ook de PVV en VVD worden genoemd als mogelijke nieuwe keuze.

'Omtzigt stelt teleur'
Een deel van de NSC-kiezers haakt af omdat ze het vertrouwen in Omtzigt zijn kwijtgeraakt. VVD-stemmers zeggen kritischer te zijn geworden ‘op alle partijen’. PVV-kiezers voelen zich verraden door de compromissen van hun partij. Bij BBB overheerst teleurstelling over de optredens in de Kamer én de ruzie binnen de coalitie.