EU-subsidiefraude in Roemeense IT-sector: 9,5 miljoen euro

In een grootschalige fraudezaak rond Europese subsidiegelden voor IT-projecten heeft het Europees Openbaar Ministerie (EPPO) in Boekarest deze week twaalf verdachten aangeklaagd. Het gaat om zes personen en zes bedrijven die tussen 2019 en 2022 gezamenlijk voor 9,5 miljoen euro aan EU-middelen zouden hebben verduisterd.
Volgens de aanklacht draaide het om drie IT-projecten die gefinancierd werden via het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO). De projecten hadden als doel innovatieve softwareoplossingen te ontwikkelen, maar in werkelijkheid werd het geld doorgesluisd via valse facturen en fictieve leveringen. "De ingediende documenten waren ogenschijnlijk afkomstig van leveranciers, maar hadden in veel gevallen betrekking op niet-bestaande goederen en diensten," aldus EPPO in een persbericht.
Het geld zou via deze frauduleuze constructies zijn overgemaakt aan zogenaamde leveranciers, waarna het werd doorgesluisd naar buitenlandse rekeningen. De betrokken bedrijven en personen gebruikten volgens de aanklagers internationale routes in onder meer Cyprus, Tsjechië en Malta om het spoor van het geld te verhullen. Ook Monaco, de Verenigde Staten en Oekraïne komen in het onderzoek voor.
De aanklacht is het resultaat van intensieve samenwerking tussen het EPPO en het Europese antifraudebureau OLAF. Die laatste startte haar onderzoek na een signaal van mogelijke fraude. OLAF voerde onder meer controles ter plaatse uit in Cyprus en Tsjechië, en analyseerde de betrokken IT-platforms. Directeur-generaal Ville Itälä van OLAF spreekt van "goed nieuws voor Europese belastingbetalers" en noemt het onderzoek "essentieel voor een eerlijke digitale economie in Europa".
De verdachten worden beschuldigd van fraude met EU-gelden, het gebruik van valse documenten en witwassen. Als ze schuldig worden bevonden, kunnen ze gevangenisstraffen tot 10,5 jaar krijgen. De betrokken bedrijven riskeren boetes tot 422.000 euro en mogelijke inbeslagname van activa.
Opvallend is dat uit het onderzoek blijkt dat de fraudeurs volgens een vast patroon opereerden: telkens werden dezelfde methodes en structuren gebruikt, soms zelfs binnen andere projecten met EU-financiering. In november 2023 leidde dit al tot 38 huiszoekingen en inbeslagname van IT-servers, die opnieuw belastend materiaal opleverden.
Hoewel de zaak zich afspeelt in Roemenië, laat zij zien hoe kwetsbaar Europese subsidies kunnen zijn voor georganiseerde fraude. EPPO en OLAF benadrukken het belang van grensoverschrijdende samenwerking en snelle gegevensuitwisseling. "Fraude stopt niet bij landsgrenzen. Onze samenwerking maakt het mogelijk deze netwerken effectief op te rollen," aldus EPPO.