EU tikt Nederland op de vingers: asielbesluiten moeten sneller genomen worden

Het Europees Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de verlenging van de beslistermijn in asielzaken in strijd is met het Europees recht. In 2022 werd de termijn in Nederland opgerekt van zes naar vijftien maanden. Die verlenging is onterecht, stelt het Hof, omdat er geen sprake was van een plotselinge stijging van aanvragen, maar van een geleidelijke toename.
De uitspraak heeft grote gevolgen voor duizenden asielzoekers. Zij hadden binnen zes maanden duidelijkheid moeten krijgen. Nu blijkt dat velen ten onrechte lang in onzekerheid zijn gelaten.
Advocaat en VluchtelingenWerk voerden de zaak
De zaak werd aangespannen door advocaat Marq Wijngaarden van Prakken d’Oliveira, samen met VluchtelingenWerk Nederland. Bestuursvoorzitter Frank Candel reageert: ‘Deze uitspraak is van groot belang voor duizenden mensen die al jaren in onzekerheid verkeren. Het Hof bevestigt in deze uitspraak wat wij al langer stelden: deze structurele verlenging is niet toegestaan. Er moet daarom nu snel werk worden gemaakt om dit te herstellen.’
IND-cijfers tonen ernst van probleem
Volgens cijfers van de IND van maart 2025 zijn er op dit moment 18.250 zaken waarin asielzoekers al tussen de 6 en 15 maanden wachten op een beslissing. Nog eens 17.480 zaken lopen zelfs langer dan 15 maanden. De gemiddelde wachttijd voor een tweede gesprek is inmiddels opgelopen tot 72 weken, dat is bijna 17 maanden.
De wettelijke norm blijft echter zes maanden. Die norm werd in 2022 losgelaten door staatssecretaris Eric van der Burg. Zijn argument was een toename in het aantal aanvragen. Maar volgens het Hof is die reden onvoldoende, zolang het om een langdurige toename gaat en niet om een plotselinge piek.
Van asielrecht naar asielgunst?
Migratieonderzoeker Jan van de Beek reageerde op X met kritiek op het systeem: ‘Asiel loopt bij herhaling hopeloos vast.’ Als oplossing stelt hij voor: ‘Asiel voor mensen uit Europa een recht maken en voor mensen van buiten Europa een gunst; haal dat laatste uit het huidige juridische kader.’
Volgens Van de Beek vraagt dit om grote juridische hervormingen. ‘Maar dat gaat als de electorale druk in Europa blijft toenemen echt een keer gebeuren; nu helaas vooral nog ‘race to the bottom’-beleid.’