Turkse geheime dienst ronselt Nederlandse ambtenaren voor spionage

Terwijl miljoenen Turkse diaspora-leden in de zomermaanden op vakantie gaan naar hun moederland, grijpt de Turkse inlichtingendienst MIT deze periode aan om nieuwe informanten te werven. Vooral expats met een tweede paspoort of buitenlandse verblijfstatus zijn doelwit, zeker als ze bij een overheidsinstantie van een ander land werken. Sommigen worden op het vliegveld al aangesproken, onthult Nordic Monitor. De druk is groot, de beloning soms aantrekkelijk — maar de dreiging bij weigering nog groter.
Elk jaar trekken grote aantallen Turkse Nederlanders, Duitsers, Fransen en andere diaspora-leden naar Turkije voor familiebezoek of strandvakantie. Volgens meerdere bronnen gebruikt de Turkse geheime dienst MIT die toestroom om gerichte wervingsoperaties uit te voeren.
Doelwit zijn vooral mensen met een dubbele nationaliteit of een langdurige verblijfsvergunning in een Europees land. Die zijn volgens MIT waardevol: ze kennen de taal, begrijpen het systeem en hebben vaak toegang tot gevoelige informatie via hun werk.
MIT zou medewerkers op Turkse ambassades en consulaten inzetten om deze personen al vooraf te screenen. Bij aankomst in Turkije worden ze vervolgens benaderd. Dat gebeurt niet zelden direct op het vliegveld.
“Ze wisten alles van me”
Een expat uit West-Europa beschrijft een ontmoeting op de luchthaven van Istanbul. Hij werd apart genomen door een man en een vrouw die zich identificeerden als MIT-agenten. “Ze wisten alles over mij — mijn familie, mijn beroep, zelfs mijn politieke voorkeuren,” vertelde hij anoniem aan Nordic Monitor.
Ze wilden vooral weten wat hij wist over anderen: kennissen, collega’s of bekenden in de diaspora. “Ze zeiden: we zijn niet geïnteresseerd in jou, maar in de mensen die jij kent.” Hij weigerde, maar was bang voor de gevolgen. “Wat als ik bij een volgend bezoek wordt vastgezet op verzonnen aanklachten?”
Lokken, chanteren of dreigen
MIT gebruikt volgens bronnen een combinatie van beloning en intimidatie. Kandidaten wordt financiële steun beloofd, hulp bij reisproblemen, bescherming voor familieleden of toegang tot staatsopdrachten. Maar wie niet meewerkt, loopt risico.
Weigeraars kunnen te maken krijgen met dreigementen, reisverboden of zelfs arrestatie. In sommige gevallen zouden mensen tijdens hun verblijf zijn vastgezet om zo de druk op te voeren.
De spionagepraktijken worden geleid vanuit speciale teams op luchthavens als Istanbul en Antalya. Die rapporteren rechtstreeks aan het MIT-hoofdkwartier in Ankara. Daarnaast worden ook ambtenaren van organisaties als Diyanet, het Yunus Emre Instituut of het persbureau Anadolu als dekmantel ingezet.
Europa als speelveld
Europa is voor MIT het belangrijkste werkgebied. De meeste Turken in de diaspora wonen immers in landen als Duitsland, Nederland, België en Frankrijk. Daar houdt MIT dissidenten in de gaten, verzamelt politieke informatie en probeert invloed uit te oefenen op beleidsmakers.
Expats die bij de gemeente werken, in het onderwijs of in het openbaar vervoer, zijn extra interessant: zij hebben toegang tot interne systemen of vertrouwelijke documenten.
Volgens een bron werd een aanhanger van de Gülenbeweging, die in een Latijns-Amerikaans land woont, benaderd met een aanbod: als hij informatie zou leveren over andere Gülenisten, zouden alle rechtszaken tegen hem in Turkije worden geschrapt. Hij mocht dan zelfs veilig naar zijn familie reizen.
Dissidenten als doelwit
Het gaat niet alleen om goed geïntegreerde expats. Ook gevluchte critici van het Erdogan-regime zijn doelwit. Journalisten, Koerdische activisten, linkse oppositieleden, leden van religieuze minderheden en vooral Gülen-aanhangers staan op de radar van MIT.
De Turkse overheid bestempelt veel van deze mensen als “terroristen”, ook al gaat het vaak om vreedzame politieke tegenstanders. Internationale mensenrechtenorganisaties en westerse overheden trekken dat frame openlijk in twijfel.
In Europa en Noord-Amerika zouden MIT-agenten familieleden of gemeenschappelijke bekenden gebruiken om contact te leggen. Soms wordt amnestie beloofd in ruil voor samenwerking.
Internationale bezorgdheid groeit
De activiteiten van MIT blijven niet onopgemerkt. In meerdere landen zijn Turkse spionnen of hun handlangers gearresteerd of het land uitgezet. Westerse inlichtingendiensten verhogen hun waakzaamheid en investeren in tegenmaatregelen.
Toch lijkt het Erdogan-regime zich weinig aan te trekken van internationale kritiek. De president herhaalt regelmatig dat hij “terroristen overal ter wereld” zal opsporen. Voor Erdogan is MIT een verlengstuk van zijn macht. De dienst valt direct onder hem en opereert vrijwel zonder toezicht.