EU daagt Nederland voor rechter om machtspositie NS

De Europese Commissie sleept Nederland voor het Europees Hof van Justitie vanwege de wijze waarop de Nederlandse Spoorwegen (NS) hun monopolie behouden op het hoofdrailnet. Daarmee escaleert een jarenlang conflict over eerlijke markttoegang op het spoor. De kern van de zaak: Nederland gunde de concessie voor het belangrijkste deel van het spoor opnieuw onderhands aan NS, zonder concurrentie.
Het gaat om de zogenoemde hoofdrailnetconcessie: het contract om tot 2033 vrijwel alle intercity- en sprinterverbindingen in Nederland te mogen rijden. De overheid heeft deze concessie opnieuw rechtstreeks aan NS gegeven, zonder aanbesteding.
Volgens Brussel is dat in strijd met Europese wetgeving, aldus een persbericht. De Commissie stelt dat Nederland eerst had moeten nagaan of andere partijen interesse hadden. Dat is niet gebeurd, ondanks jarenlange waarschuwingen.
Laatste waarschuwing genegeerd
In februari kreeg Nederland van de Commissie een laatste kans om het besluit terug te draaien. De regering hield echter voet bij stuk. Volgens Den Haag ging het slechts om een “verschil van interpretatie” van Europese regels. De Commissie is het daar niet mee eens en stapt nu naar het Europees Hof van Justitie, de hoogste rechter van de EU.
“De Commissie daagt Nederland daarom voor het Hof van Justitie van de Europese Unie,” luidt de officiële toelichting. Volgens Brussel heeft Nederland “de concessieovereenkomst niet aangepast op een manier die tegemoet had kunnen komen aan de bezwaren van de Commissie”.
Reacties van vervoerders
Arriva en andere vervoerders, verenigd in de Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland, noemen de stap “logisch en niet onverwacht”. Ook NS reageert laconiek: “Niet verrassend, hoewel we ‘m natuurlijk liever niet hadden gehad.”
De Europese Commissie wil af van monopolies op nationale spoorlijnen. Zij ziet marktwerking als middel om het aanbod te verbeteren en de prijzen te verlagen. Volgens Brussel is het “van essentieel belang om reizigers tegen lagere kosten aantrekkelijker en innovatiever diensten te bieden”.
Hogere treinkaartjes, geen steun van het Rijk
Tegelijk met het juridische gesteggel krijgt NS ook te maken met financiële uitdagingen. Treinkaartjes worden in 2026 fors duurder: tussen de 6 en 9 procent. Eerder werd zelfs een verhoging van 12 procent overwogen.
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vindt die stijging te hoog, maar springt dit keer niet bij. “Daar is nu geen geld voor,” liet toenmalig staatssecretaris Chris Jansen (PVV) eerder weten.
NS probeert de kosten te beperken door onder meer eerste klas-stoelen te vervangen door tweede klas, kortingen voor jongeren te schrappen en het onderhoud efficiënter in te richten.
Ondertussen lopen de beloningen sterk op voor de directie van NS. Zo verdiende president-directeur Wouter Koolmees in 2023 een bruto jaarsalaris van 458.782 euro, exclusief secundaire vergoedingen – ruim drie keer het salaris van de toenmalige minister-president. Een minister valt namelijk onder de WNT-norm van maximaal circa 223.000 euro, maar staatsdeelnemingen zoals NS mogen veel hogere salarissen toekennen. Andere NS-bestuurders harkten dat jaar tussen de 377.823 euro en 282.710 euro binnen.