Groen klimaatfonds verwoest oogsten in Oeganda en drijft dorpen tot honger

Een Brits hulpprogramma van 33 miljoen pond, bedoeld om arme boeren in Oeganda te helpen omgaan met klimaatverandering, heeft juist hele dorpen verwoest. Onder het mom van natuurherstel werden huizen en oogsten vernield, waardoor bewoners ‘op de rand van de hongerdood’ belandden, meldt The Telegraph.
Het project ‘Bouwen aan veerkrachtige gemeenschappen, wetlandecosystemen en bijbehorende stroomgebieden' werd gefinancierd door het Groen Klimaatfonds (GCF), dat 2,6 miljard pond aan Brits belastinggeld heeft ontvangen. Het fonds moest boeren helpen om beter bestand te zijn tegen droogte en overstromingen. In werkelijkheid werden bewoners uit hun dorpen verdreven door lokale ambtenaren, die met gewapende politie en militairen optraden.
Volgens bewoners van acht dorpen in het zuidwesten van Oeganda vernietigden ambtenaren ‘bomen, bananen, koffie en seizoensgewassen als maïs, bonen, cassave, rijst en gierst’. Alles zou illegaal op zogenaamd moerasgebied zijn gebouwd. Een oudere man stierf ter plekke aan een beroerte toen zijn land werd platgegooid.
Dorpsleider Ruhinda Kaboss zei tegen The Telegraph: ‘De GCF dacht dat ze ons gingen helpen, maar we zijn alleen maar blijven huilen.’ Hij voegde eraan toe: ‘We hebben 150 jaar op dat land gewoond, maar als iemand met een geweer komt, wat moet je dan doen?’
Geen compensatie, wel honger
De bewoners, die hun huizen en land kwijt zijn, zeggen dat ze geen enkele compensatie kregen. Advocaat Peter Arinaitwe, die hen vertegenwoordigt, verklaarde dat de bescherming van het moeras is overdreven ‘om groene hulp te krijgen’. Volgens hem heeft het project de boeren ‘absoluut niet geholpen’. Ze hoorden pas van het moeras ‘toen ambtenaren met kettingzagen hun gewassen kwamen kappen’.
De inwoners hebben een klacht ingediend bij het onafhankelijke klachtenorgaan van de GCF. Dat onderzoekt nu een ‘probleemoplossend proces’ tussen bewoners en lokale autoriteiten. Ook andere klachten over geweld door veiligheidstroepen en de verdrinking van twee jongeren bij projectlocaties worden onderzocht.
Naast Oeganda blijkt Brits klimaatgeld ook te zijn gebruikt voor projecten bij rijke bedrijven. Zo kreeg het Marriott Hotel in Kathmandu zonnepanelen, betaald met steun van het Verenigd Koninkrijk. Het project maakte deel uit van een hulpfonds van 58 miljoen pond voor ‘groene ontwikkeling’ in Nepal. Onder de begunstigden waren ook een Red Bull-fabriek en een autodealer. Op sociale media bedankten deze bedrijven de Britse ambassade voor de ‘financiële steun’.
Failliet CO₂-programma in China
Een ander mislukt project is het zogeheten International Programma voor het afvangen, gebruiken en opslaan van koolstof (CCUS), goed voor 70 miljoen pond. Het moest technologie ontwikkelen om CO₂ op te vangen en hergebruiken, onder meer in China. Geen enkel onderdeel van het project is ooit van de grond gekomen.
Volgens een evaluatie is er ‘substantieel bewijs dat de beoogde veranderingen onwaarschijnlijk zijn of niet zullen plaatsvinden’. Het meeste geld zou zijn teruggestort aan de overheid.





















































