Boek legt vergeten geschiedenis van islamitische slavernij bloot

Het debat over slavernij richtte zich de afgelopen jaren vooral op het Westen. Daardoor bleef een ander omvangrijk slavernijverleden grotendeels buiten beeld: dat van de islamitische wereld. Een nieuw boek van de Britse journalist en historicus Justin Marozzi brengt die geschiedenis nu uitgebreid in kaart. Abd. De geschiedenis van de slavernij en slavenhandel in de islamitische wereld biedt een chronologisch, 1.300 jaar omvattend overzicht. Het werk laat zien hoe slavernij diep verweven was met religie, cultuur en economie, en hoe de erfenis ervan tot vandaag doorwerkt.
Marozzi kwam in 2011 voor het eerst direct in aanraking met de lading van het woord ‘slaaf’ in de Arabische wereld. In het door oorlog verscheurde Tripoli hoorde hij een strijder zeggen: “Hé slaaf, haal koffie voor me!” tegen zijn enige zwarte kameraad. Marozzi vroeg later de betekenis van het woord abd na, een term die in het Arabisch specifiek naar zwarte slaven verwees. De strijder wuifde het weg. “Het is maar een woord,” kreeg hij te horen. Het voorval bleef knagen, en leidde uiteindelijk tot dit boek.
In Abd reconstrueert Marozzi de geschiedenis van slavernij in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Centraal-Azië. Het resultaat is een breed historisch panorama waarin theologische teksten, oude reisverhalen, administratieve bronnen en journalistieke observaties samenkomen.
Slavernij in de vroege islam
Het boek laat zien dat slavernij in de zevende eeuw vanzelfsprekend was. De koran beschrijft slavernij als onderdeel van het dagelijks leven, al moedigt de tekst ook aan tot het vrijkopen van slaven. In latere wetgeving werd vastgelegd dat moslims geen andere moslims tot slaaf mochten maken. In de praktijk werd die regel vaak genegeerd.
De snelle expansie van de islamitische rijken zorgde voor een constante toestroom van slaven. Mohammed zou er zelf zeventig hebben gehad. Zijn opvolgers bezaten er veel meer. De derde kalief, Oethman, had een lijfwacht van duizend slaafsoldaten.
Sommige tot slaaf gemaakte mensen kregen een belangrijke positie. Een bekend voorbeeld is Bilaal ibn Rabah, een Ethiopiër die zwaar werd mishandeld door zijn eigenaar en werd vrijgekocht door Aboe Bakr. Mohammed benoemde hem daarna tot de eerste muezzin van de islam. Concubines konden eveneens grote invloed uitoefenen. Zo waren vijfendertig van de zevenendertig Abbasiden-kaliefen zonen van tot slaaf gemaakte vrouwen.
De rol van raciale ideeën
Veel slaven leefden onder zwaardere omstandigheden dan de bekende figuren die soms wisten op te klimmen. Marozzi laat zien dat raciale denkbeelden een grote rol speelden. Oude Arabische teksten bevatten grove stereotypen over zwarte Afrikanen. De schrijver Al-Djahiz schreef: “De Zanj zijn de kraaien onder de mensheid.” Denker Ibn Khaldun stelde eeuwen later dat zwarte mensen “eigenschappen hebben die veel lijken op die van stompzinnige dieren.” Zulke uitspraken illustreren hoe diep racistische ideeën verankerd waren.
Noties uit het verhaal van Cham dienden vaak als religieuze rechtvaardiging: Cham zag zijn vader Noach naakt, en zijn nageslacht zou vervloekt zijn met een zwarte huid. Ook sommige zwart-Afrikaanse dichters namen raciale denkbeelden over, zoals te lezen is in een gedicht van Suhaym: “Ik ben een slaaf, maar mijn edele ziel is vrij; ik ben zwart van kleur, maar wit van aard.”
Niet alleen Afrikanen werden tot slaaf gemaakt. De zogenoemde mammelukken, slaafsoldaten die later in Egypte aan de macht kwamen, kwamen vooral uit Centraal-Azië. En vanaf de 16e tot de 19e eeuw voerden Barbarijse zeerovers naar schatting anderhalf miljoen Europeanen weg. Tegelijkertijd werden uit islamitische gebieden ongeveer twee miljoen mensen naar Europa gebracht. Precieze cijfers ontbreken vanwege het gebrek aan administratie.
Afschaffing onder druk van buitenaf
Hoewel er in de islamitische wereld soms stemmen opgingen om slavernij te beëindigen, kwam afschaffing vooral tot stand door buitenlandse druk. De Verenigde Staten waren de eersten die ingrepen tegen de Barbarijse zeerovers. Daarna legde Groot-Brittannië, gesteund door de Royal Navy, stap voor stap een verbod op, vaak tegelijk met de uitbreiding van het Britse rijk. Dat riep verzet op; sommige opstanden in Soedan en op het Arabisch schiereiland vonden juist plaats omdat slavernij verboden werd.
Officieel is slavernij overal in de islamitische wereld afgeschaft, maar dat betekent niet dat het is verdwenen. Volgens mensenrechtenorganisatie Walk Free leefden in 2023 in Saoedi-Arabië ongeveer 740.000 mensen in moderne slavernij. In landen als Mali en Mauritanië bestaat erfelijke slavernij nog steeds. Marozzi reisde naar Mali en ontmoette daar de gevluchte slaaf Hamey. Hij zei: “Ze pakten hun knuppels en zwepen en begonnen me te slaan. Het dorpshoofd was vastbesloten de slavernij in zijn gebied in stand te houden. ‘We hebben al honderden jaren slaven,’ zei hij, ‘waarom zouden we daar nu mee ophouden?’”
Ook de Mauritaanse vrouw Habi, die wist te ontsnappen, vertelt in het boek over haar nieuwe vrijheid ondanks extreme armoede. “Daarvoor was ik een ding. Ik bestond niet als mens. Nu, God zij geprezen, ben ik vrij.”


















































