Raad van State adviseert tegen verbod religieuze uitingen boa's

De Raad van State heeft de regering gewaarschuwd om geen verbod in te voeren op zichtbare religieuze uitingen bij boa’s. Het kabinet wil dat buitengewoon opsporingsambtenaren (boa's) in uniform geen hoofddoek, keppeltje of ander religieus symbool dragen als zij contact hebben met burgers. Volgens de regering is dit nodig om de neutraliteit van boa’s te garanderen. De hoogste juridisch adviseur van het land ziet echter geen wettelijke basis voor zo’n maatregel.
De Afdeling advisering stelde op 12 november 2025 haar advies vast en maakte dit op 17 november 2025 openbaar. De boodschap is duidelijk: het kabinet gaat buiten zijn bevoegdheden als het dit verbod via een algemene maatregel van bestuur instelt. Het dragen van religieuze kleding valt onder de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging, een grondrecht dat staat in artikel 6 van de Grondwet, aldus de Raad van State. Die vrijheid geldt volgens de Raad ook voor werknemers, waaronder boa’s.
Vrijheid van godsdienst staat in de weg
De Raad van State benadrukt dat deze vrijheid alleen mag worden beperkt via een wet in formele zin. Dat betekent dat zowel de Tweede als de Eerste Kamer moet instemmen. Een besluit van het kabinet zelf is dus niet genoeg. Alleen in uitzonderlijke gevallen mag een beperking worden opgelegd, en dan moet dat doel legitiem zijn, noodzakelijk zijn en proportioneel blijven.
Volgens het advies ontbreekt een duidelijke analyse van het probleem dat de regering met het verbod wil oplossen. Ook is niet onderzocht of er minder vergaande maatregelen mogelijk zijn. Daardoor voldoet het voorstel niet aan de eisen die gelden voor het beperken van een grondrecht.
Advies: verbod niet invoeren
Omdat het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar slechts een algemene maatregel van bestuur is, kan het geen beperking van grondrechten dragen, aldus het advies.
De Raad van State adviseert om het besluit niet te nemen. De regering kan dit verbod alleen invoeren als het parlement eerst een formele wet vaststelt die deze beperking mogelijk maakt. Zonder dat blijft een verbod op hoofddoekjes bij boa’s juridisch onhoudbaar, aldus de Raad.



















































