Nieuw pensioenstelsel: wie niet oplet, loopt duizenden euro’s aan compensatie mis

De overgang naar het nieuwe pensioenstelsel kan voor veel Nederlanders grote financiële gevolgen hebben. Wie rond die overgang van baan wisselt, minder gaat werken, voor zichzelf begint of eerder stopt, kan ongemerkt een fors bedrag aan pensioencompensatie mislopen. Het gaat in sommige gevallen om tienduizenden euro’s.
Pensioenfondsen stappen de komende jaren over op nieuwe regels voor pensioenopbouw. Bij die overstap krijgen miljoenen deelnemers een eenmalige compensatie, bedoeld om nadelen uit het oude systeem te herstellen. Maar die compensatie is niet voor iedereen automatisch gegarandeerd. Wie op het verkeerde moment uit dienst gaat of geen premie meer betaalt, valt soms buiten de boot.
Dat overkwam bijna Clary te Velde (60). Zij stopte eerder dit jaar met haar baan als zorgmanager, tegelijk met haar partner die met pensioen ging. “Het was een bewuste keuze. Meer tijd voor fietsen, wandelen en andere dingen,” zegt ze tegenover NRC. Pas op het laatste moment ontdekte ze dat ze daardoor een belangrijk recht dreigde mis te lopen.
Haar pensioenfonds, PFZW, stapt per 1 januari 2026 over op het nieuwe stelsel. Alleen deelnemers die op 31 december nog actief zijn, krijgen de extra pensioeninleg. Dat zijn mensen die werken of vrijwillig pensioenpremie betalen. Om de compensatie veilig te stellen, besloot Te Velde alsnog premie af te dragen. Dat kost haar ongeveer 1.500 euro per maand. Daar staat straks zo’n 130 euro bruto extra pensioen per maand tegenover. “Dat is het mij waard,” zegt ze.
Vooral veertigers en vijftigers lopen risico
De grootste financiële gevolgen spelen bij mensen tussen de 40 en 60 jaar. In het oude pensioenstelsel betaalden jongere deelnemers relatief te veel premie. Dat werd later gecompenseerd doordat zij op oudere leeftijd juist goedkoop pensioen opbouwden. Wie zijn hele loopbaan bij hetzelfde fonds bleef, merkte daar weinig van.
Maar wie tussentijds uitstapte, kreeg die compensatie nooit terug. In het nieuwe pensioenstelsel verandert dat. Jongeren bouwen voortaan automatisch meer pensioen op per ingelegde euro. Daardoor ontstaat een probleem voor de middengroep. Zij hebben in hun jonge jaren te veel betaald en profiteren straks niet meer van het oude systeem.
Om dat te herstellen, storten pensioenfondsen bij de overstap een extra bedrag in de pensioenpot van deze groep. Dat gebeurt in één keer. De hoogte verschilt per fonds, maar kan fors zijn. Volgens FNV-pensioenbestuurder Roelf van der Ploeg loopt de compensatie voor sommige deelnemers op tot ongeveer veertig procent van het jaarsalaris, minus de AOW-franchise, meldt NRC.
Als voorbeeld noemt hij een 50-jarige met een inkomen van 58.000 euro per jaar. De pensioengrondslag bedraagt dan ongeveer 40.000 euro. De eenmalige compensatie kan uitkomen op zo’n 16.000 euro. Dat levert jaarlijks minstens 800 euro extra pensioen op, nog zonder rendement.
Minder werken kan direct geld kosten
Wie in het jaar vóór de overstap minder gaat werken, neemt onbetaald verlof of een sabbatical neemt, ziet die compensatie dalen. De berekening gebeurt namelijk op basis van het salaris in dat laatste jaar. Een lagere grondslag betekent een lagere pensioenstorting.
In andere situaties kan de compensatie zelfs volledig vervallen. Dat geldt bijvoorbeeld voor mensen die vlak voor de overgang met vervroegd pensioen gaan of overstappen naar een andere sector. Wie van het onderwijs naar de zorg gaat op het verkeerde moment, kan bij beide fondsen net misgrijpen.
Ook zelfstandigen lopen risico. Wie stopt met werken en geen premie meer betaalt, krijgt geen compensatie. Wel bieden veel fondsen de mogelijkheid om de pensioenopbouw vrijwillig voort te zetten. Dat kost tijdelijk extra geld, maar kan volgens deskundigen zeer rendabel zijn. “Waarschijnlijk is dit de best renderende investering die je ooit zult doen,” zegt Van der Ploeg tegenover NRC. “Bovendien is de premie fiscaal aftrekbaar.”
Informatie bereikt deelnemers niet altijd
De verantwoordelijkheid ligt grotendeels bij de deelnemer zelf. Pensioenfondsen waarschuwen wel, maar die informatie komt lang niet altijd aan. Hoogleraar financiële markten Bas Werker van Tilburg University ziet dat als een structureel probleem. “Je moet mensen fatsoenlijk voorlichten,” zegt hij bij NRC. “Zeker als keuzes zulke grote gevolgen hebben.”
Tegelijkertijd wijst hij ook naar deelnemers zelf. “Het schijnt dat ongeveer driekwart de mails van het pensioenfonds niet eens opent.”
Toezichthouder AFM hamert al langer op betere communicatie. Maar de wet schrijft alleen voor dat de overgang ‘evenwichtig’ moet zijn. Hoe hoog de compensatie precies is, verschilt per fonds. Dat hangt af van de financiële buffers en de afspraken tussen werkgevers en vakbonden.
Overgang raakt miljoenen Nederlanders
In Nederland zijn ongeveer 6,7 miljoen mensen actief deelnemer bij een pensioenfonds. Naar schatting heeft minstens de helft recht op pensioencompensatie. De overstap naar het nieuwe stelsel moet uiterlijk op 1 januari 2028 zijn afgerond.
Zes fondsen zijn al over. Volgend jaar volgen er 24. In 2027 maken nog eens ruim zestig fondsen de overstap, waaronder het grootste fonds van Nederland, ABP. Wie rond die momenten belangrijke keuzes maakt over werk, pensioen of ondernemerschap, doet er goed aan eerst zijn pensioenpositie te controleren. Want één verkeerde timing kan duizenden euro’s verschil maken.

















































