Volgens Eppink is het noodzakelijk dat West-Europese landen een betere band opbouwen met Oost-Europese landen: "Het cultureel-politieke zwaartepunt van Europa verschuift naar het Oosten door de toetredingen tot de EU. Een coherent beleid kan niet zonder Polen, zoals een coherent in West-Europa niet kan zonder Frankrijk. Polen is in het Oosten wat Frankrijk is in het Westen. Nederland leest Polen vaak de les, terwijl Polen wel miljoenen Oekraïense vluchtelingen opneemt en dat is ook in het Nederlands belang. De Polen kunnen ook zeggen "ga maar door naar Nederland", want de grenzen zijn open. Dat doen zij niet. Zij nemen die mensen op. Daar mag ook wel een dankjewel bij."
Eppink erkent dat er grote verschillen tussen lidstaten binnen de EU zijn, maar dat iedereen een verantwoordelijkheid heeft om te leren van elkaar en begrip voor elkaar te hebben. "Er zijn grote cultuurverschillen tussen West-Europa aan de ene kant en Midden- en Oost-Europa aan de andere kant. Er zijn andere historische ervaringen, een andere mentaliteit ook. Probeer te leren in plaats van te beleren. Nederland mikt op Tsjechië en Slowakije, maar die verschillen ook weer behoorlijk van Polen en Hongarije. Ik heb in dat gebied gewoond als correspondent. Om succesvolle allianties in Midden- en Oost-Europa op te bouwen, heeft Nederland wat meer inlevingsvermogen nodig. Dat is belangrijker dan constant met de wijsvinger te zwaaien. Dat begint met deze landen serieus te nemen en ze niet te behandelen als kleine stoute kinderen."