In diverse spotjes adviseert de Rijksoverheid Nederlanders om de verwarming lager te zetten dan normaal, dit om energie en geld te besparen. Maar nu blijkt dat de Rijksoverheid zelf dit advies niet altijd naleeft. Het Ministerie van Algemene Zaken en de Tweede Kamer houden zich niet aan dit advies. Bij een meting bleek dat bij beide locaties de temperatuur rond de 21 graden lag.
Bij het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat lag de gemiddelde temperatuur vorige week op 20,5 graden.
Kritiek Omtzigt
Tweede Kamerlid Pieter Omtzigt hekelde vanaf het begin al de energiebesparende campagne vanuit de overheid. In diverse spotjes adviseert de Rijksoverheid Nederlanders om de verwarming lager te zetten dan normaal, dit om energie en geld te besparen. Volgens Omtzigt leven onze beleidsmakers in een bubbel, want veel mensen hebben de verwarming al lager staan dan de geadviseerde 19 graden.
Omtzigts kritiek wordt gesteund door onderzoek van Ipsos. Op maandag publiceerde het onderzoeksbureau een peiling waaruit blijkt dat bijna de helft van Nederland nu al de verwarming lager of zelfs geheel uit zet om zo kosten te besparen.
Maar, zo stelt Omtzigt, Den Haag beseft nog niet dat 19 graden nu al voor veel Nederlandse huishoudens een luxe temperatuur is: 'Deze spotjes zijn dus echt gemaakt in een bubbel van beleidsmakers, die hun eigen huis prima kunnen verwarmen Veel mensen hebben de verwarming al lang veel lager staan. Toen ik vorige week aan minister Jetten vroeg om daar rekening mee te houden, kreeg ik geen antwoord.'
Peiling Ipsos
Vooral Nederlanders met een laag- of middeninkomen proberen op de energierekening te besparen, zien de onderzoekers van Ipsos. Veelal wordt er gekozen om de verwarming bewust lager te zetten of minder of korten te douchen om geld te besparen.
Maar naast de lage inkomens merken ook de midden inkomens de inflatie en de stijgende energieprijzen goed in de portemonnee.