Diëtiste Evelien Mertens van Erasmus Hogeschool Brussel. Zij stelt dat vlees een belangrijke bron is van eiwitten en bepaalde vitamines. Een goede vleesvervanger moet dus voldoende eiwitten bevatten, niet te veel vetten en zout, en idealiter met ijzer en vitamine B12 eraan toegevoegd, aldus Mertens.
Maar dit zag zij niet in de 520 vleesvervangers die zij analyseerde, schrijft Algemeen Dagblad. Maar liefst één op de drie vegetarische vleesproducten bevatten volgens haar te weinig eiwitten. Dit is vooral het geval bij peulvruchtenburgers en falafel: maar liefst 85 procent voldoet niet aan de eisen. "Hoewel ze een gezond imago hebben, zijn ze zeker niet de beste eiwitleveranciers," aldus Mertens.
Daarnaast bevat de helft van alle onderzochte vleesvervangers te veel vetten. Dit laatste komt doordat er vaak zonnebloem- of koolzaadolie aan de producten wordt toegevoegd, wat ze calorierijk maakt. Bijna driekwart van alle worsten is te vet, constateert Mertens.
Maar er is nog een ander probleem. De vleesvervangers gelden als 'ultrabewerkte voedingsmiddelen, waar we volgens de voedingsaanbevelingen beter niet te veel van eten', schrijft Algemeen Dagblad. "De bewerkte vleesproducten die sommige vleesvervangers imiteren zijn ook verre van gezond," concludeert Mertens. Ze adviseert om minder bewerkte producten te eten, zoals peulvruchten, tofs en seitan.