Omdat gemeentes minder grond beschikbaar hebben na de krediet- en woningmarktcrises, denkt De Jonge dat dit makkelijke verwerft moet kunnen worden. De Jonge wil dat gemeenten snel gebruik gaan maken van het voorkeursrecht waarbij de overheid eerste keuze heeft om grond te kopen.
De minister wil kijken of het zin heeft om de termijn dat voorkeursrecht op percelen kan rusten op te rekken. Verder wil De Jonge specifiek gebruik gaan maken van onteigeningsprocedures zodra de overheid begint met het onderhandelen met een grondeigenaar over het aankopen van zijn grond.
Op deze manier zouden procedures toch snel kunnen worden doorgezet wanneer de onderhandeling niet zorgen voor een overeenkomst. Volgens de minister zou dit niet hoeven leiden tot meer onteigeningen.
De Jonge verwees naar onderzoek in Finland na een regeling waarbij onteigening plaatsvindt tegen de waarde van de grond in zijn oorspronkelijke bestemming/functie. Ook noemde hij vermogensbelastingen door lokale gemeenten op grond en vastgoed bij verkoop in Zwitserland.
De Jonge hoopt dat op de lange termijn waardestijging van de grond die gemeenten bezitten gebruikt kan worden om te betalen voor de kosten van wat hij beschrijft als noodzakelijke publieke investeringen bij een project, waaronder de aanleg van (groen)voorzieningen. De minister wil speculatieve grondhandel voorkomen in de toekomst.