De enige landen die meer bijdragen zijn Duitsland en Frankrijk. In het totaal dragen acht landen meer bij dan dat ze ontvangen, waaronder Italië, Ierland, Zweden, Oostenrijk en Finland. Alle andere EU-landen krijgen meer dan dat ze weggeven. Landen als België, Spanje, Tsjechië, Polen en Portugal krijgen jaarlijks miljarden van de EU. Onvrede over deze ongelijke situatie was één van de redenen voor de Brexit.
De discussie over welke landen meer verliezen aan de EU en welke meer krijgen speelt al jaren. In 2019 analyseerde de BBC de bijdragen van verschillende lidstaten in 2017. Het Verenigd Koninkrijk droeg toen ook meer bij dan dat het ontving. Nederland was toen ook al één van de grote bijdragers. Omdat alle landen hetzelfde aandeel van hun nationale inkomen bijdragen betalen de rijke landen substantieel meer. Ongeveer driekwart van het budget van de EU gaat naar het helpen van de armere landen en naar agricultuur.
De laatste jaren heeft dit beleid ook gezorgd voor conflicten tussen de EU en sommige armere lidstaten. De EU koppelt eisen omtrent nationale politiek aan subsidies. De Europese Commissie heeft conflicten met Polen en Hongarije over hervormingen van het rechtssysteem, onderwijs en migratiebeleid. Polen en Hongarije beschuldigen de EU van illegitieme inmenging en kolonialisme. Daarnaast zegt Viktor Orbán, premier van Hongarije, dat de EU geld ondoorzichtig besteed en dat miljarden zijn verdwenen. Hij heeft opgeroepen tot een onderzoek.