Econoom Lex Hoogduin prikt grootste socialistische mythes door: 'Leidt tot chaos en geweld'
In een recent interview met Lex Hoogduin, voormalig hoogleraar en vooraanstaand econoom, werd de Oostenrijkse school van economische gedachte uitvoerig besproken. Hoogduin, die nu betrokken is bij het Mises Instituut Nederland, benadrukt de relevantie van deze economische stroming in de hedendaagse maatschappij. Hij stelt dat de Oostenrijkse school cruciale inzichten biedt in de beperkingen van socialistische economieën en de voordelen van een vrije markt.
"De Oostenrijkse school is juist de school die heel erg duidelijk heeft geanalyseerd dat een aantal dingen niet kunnen en dat een aantal dingen wel kunnen. Wat niet kan, bijvoorbeeld, is een socialistische economie waar de overheid alle productiemiddelen in bezit heeft en op grond daarvan plannen maakt en de economie runt tot heil en welzijn van iedereen. Dat leidt niet tot een heilstaat, maar tot chaos, geweld en het uiteenvallen van de samenleving", stelt Hoogduin bij Gold Republic.
Hoogduin benadrukt dat deze analyse niet alleen theoretisch is, maar ook empirisch bevestigd wordt door de geschiedenis. Hij wijst op voorbeelden zoals Venezuela en Cuba, waar socialistische experimenten hebben geleid tot economische en sociale instabiliteit.
Hoogduin is ervan overtuigd dat de Oostenrijkse school bijzonder relevant is voor de huidige economische problemen. Hij merkt op dat deze stroming in Nederland en Europa nauwelijks aandacht krijgt in academische en beleidskringen, wat volgens hem een gemiste kans is. "Ik ben ervan overtuigd dat het een hele relevante school is voor de problemen waar we vandaag de dag mee te maken hebben. Ik ben zelf zo'n beetje 40 jaar geleden in aanraking gekomen met de Oostenrijkse school en ben er in toenemende mate van overtuigd geraakt dat het de meest vruchtbare manier is om economie te bedrijven en te begrijpen hoe een economie werkt."
Hoogduin legt uit dat de Oostenrijkse school een analytische benadering hanteert, vergelijkbaar met wiskunde, om economische principes af te leiden. Dit staat in contrast met de gangbare economische theorieën die vaak gebaseerd zijn op empirische observaties en modellen. Een ander belangrijk punt dat Hoogduin aanhaalt, is de kritiek van de Oostenrijkse school op interventionisme. Hij stelt dat overheidsingrijpen in de markt vaak contraproductief is en uiteindelijk leidt tot meer problemen. "De Oostenrijkse school laat ook zien dat een tussenvorm tussen vrije markteconomie en socialisme, namelijk interventionisme, vaak contraproductief is. Het leidt tot toenemende schaarste, zwarte markten en kwaliteitsverlies. Dit zien we bijvoorbeeld bij huurregulering, waar de intentie goed is, maar de uitkomst vaak negatief."
Hoogduin wijst erop dat de Nederlandse regering, ondanks de theoretische en empirische bewijzen tegen huurregulering, toch kiest voor deze maatregel. Dit illustreert volgens hem de kloof tussen economische theorie en beleidspraktijk.