BBB-minister Wiersma wil mes in veestapel zetten
Landbouwminister Femke Wiersma (BBB) komt vrijdag met een omvangrijk mestpakket dat niet alleen de melkveehouders, maar ook varkens- en kippenboeren zal treffen. Het plan is bedoeld om de mestcrisis aan te pakken, door de veestapel in te krimpen.
Het mestpakket bevat maatregelen die de gehele veestapel in Nederland moeten verkleinen. Hoewel de oorspronkelijke focus lag op de melkveehouderij, zullen nu ook pluimvee- en varkensboeren te maken krijgen met strengere regels. Wiersma’s voorganger, Piet Adema (CU), zette al stappen in deze richting, maar Wiersma heeft de plannen nu verder uitgewerkt. Een belangrijke maatregel is het afromen van dierrechten in de varkens- en pluimveesector, evenals fosfaatrechten in de melkveehouderij. Dit betekent dat boeren bij het verhandelen van hun rechten dertig procent minder dieren mogen houden.
De noodzaak voor dit ingrijpende pakket komt voort uit het verlies van derogatie, de Europese uitzondering waardoor Nederland extra mest mocht uitrijden. Zonder derogatie moet de mestproductie fors worden verlaagd om te voldoen aan Europese milieunormen. Dit zou betekenen dat de veestapel drastisch moet krimpen om onder de nieuwe mestplafonds te blijven. Voor de melkveesector is dit al langer een probleem, en nu worden ook andere sectoren, zoals de varkens- en pluimveehouderij, gedwongen mee te krimpen.
Rechtse partijen als Forum voor Democratie reageren kritisch Hoewel de krimpmaatregelen pijnlijk zijn voor veel boeren, probeert Wiersma ook verlichting te bieden door te investeren in innovatie en technische oplossingen. Daarnaast komt er een brede stoppersregeling om boeren die hun bedrijf willen beëindigen financieel te ondersteunen. Dit moet helpen om de druk op de mestmarkt te verlichten en de uitstroom van boeren te faciliteren.
Een ander gevoelig punt is de invoering van grondgebondenheid, een maatregel die ervoor zorgt dat boeren minder dieren per hectare mogen houden. Dit plan, dat door sommigen als een D66-voorstel wordt gezien, ligt vooral in het zuiden van het land gevoelig. Het zou betekenen dat boeren in dichtbevolkte regio’s hun veestapel verder moeten inkrimpen, iets waar veel weerstand tegen bestaat binnen de sector.