Wilders steunt Arib die haar naam wil zuiveren: 'Maak er gehakt van!'
Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib heeft een rechtszaak aangespannen om haar naam te zuiveren na beschuldigingen van grensoverschrijdend gedrag tijdens haar voorzitterschap van de Tweede Kamer. Ze krijgt bijval van PVV-leider Geert Wilders: 'Zeer terecht. Khadija Arib is groot onrecht aangedaan.'
Op 18 oktober dient de bodemprocedure bij de civiele rechter in Den Haag. Arib wil dat de rechter vaststelt dat het onderzoek naar haar vermeende onveilige werkomgeving onrechtmatig was, meldt De Telegraaf.
In september vorig jaar besloot het dagelijks bestuur van de Tweede Kamer, onder leiding van huidig Kamervoorzitter Vera Bergkamp, een onderzoek te laten uitvoeren naar de werkomgeving onder leiding van Arib. Dit besluit werd genomen na ontvangst van brieven van twee anonieme klagers. Volgens deze klachten zou Arib verantwoordelijk zijn geweest voor een onveilige werksfeer tijdens haar tijd als Kamervoorzitter van 2016 tot 2021.
De advocaten van Arib, Carry Knoops-Hamburger en Geert-Jan Knoops, stellen dat het onderzoek verder ging dan alleen het onderzoeken van de sociale veiligheid voor ambtenaren. Dit meldt De Telegraaf. Zij beweren dat het onderzoek zich specifiek richtte op de persoon van Arib en dat het presidium niet de bevoegdheid had om een Kamerlid op deze manier te onderzoeken. In oktober 2022 werden de resultaten van het onderzoek desondanks gepubliceerd, waarin werd geconcludeerd dat Arib een onveilige werkomgeving zou hebben veroorzaakt.
Arib heeft altijd ontkend verantwoordelijk te zijn voor een onveilige werkomgeving. Ze was naar eigen zeggen verrast door de beschuldigingen en het besluit om een onderzoek naar haar te laten uitvoeren. Haar verzoek om het onderzoek te stoppen, voordat de uitkomsten openbaar zouden worden gemaakt, werd niet ingewilligd. Arib en haar advocaten dienden vervolgens een bodemprocedure in om de rechtmatigheid van het onderzoek aan te vechten.
De bodemprocedure
In de komende rechtszaak richt Arib haar pijlen op de Nederlandse Staat, Hoffmann Bedrijfsrecherche en de drie wetenschappers die toezicht hielden op het onderzoek: Willem Bouwens (hoogleraar arbeidsrecht, Vrije Universiteit), Aukje Nauta (bijzonder hoogleraar organisatiepsychologie, Universiteit Leiden) en Mirko Noordegraaf (hoogleraar bestuurskunde, Universiteit Utrecht). De Staat zal worden vertegenwoordigd door Kamervoorzitter Martin Bosma en de landsadvocaat.
Mocht de civiele rechter oordelen dat het onderzoek onrechtmatig was, dan kan Arib in een volgende stap mogelijk rectificatie of een schadevergoeding eisen. De uitspraak van de civiele rechter wordt zes weken na de zitting verwacht. Het is nog onduidelijk of Khadija Arib de zaak op 18 oktober persoonlijk zal bijwonen. Tot die tijd hebben Arib en haar advocaten ervoor gekozen geen verdere verklaringen af te leggen.
Arib krijgt bijval van PVV-leider Geert Wilders. 'Zeer terecht. Khadija Arib is groot onrecht aangedaan. Ik hoop dat ze gehakt maakt van het Presidium van de Kamer en de rechtszaak wint', reageert hij op X.