Nederland pleit voor rechten klimaatmigranten bij Internationaal Gerechtshof
Nederland heeft bij het Internationaal Gerechtshof in Den Haag gepleit voor meer aandacht en bescherming voor klimaatvluchtelingen. Deze groep heeft momenteel vrijwel geen juridische rechten. Volgens Nederland is er een internationale plicht om dit probleem gezamenlijk aan te pakken. Het pleidooi kwam tijdens een zaak die door de eilandstaat Vanuatu was aangespannen.
De rechtszaak draait om de vraag of landen verplicht zijn klimaatverandering tegen te gaan. Voor Vanuatu, een eilandengroep in de Stille Oceaan, is dit geen theoretische kwestie. Toenemende stormen en een stijgende zeespiegel bedreigen het voortbestaan van laaggelegen eilanden. Vanuatu wil daarnaast weten of landen aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schade veroorzaakt door hun CO2-uitstoot.
Het Internationaal Gerechtshof gaf landen vorige week de mogelijkheid hun standpunten over deze zaak te presenteren. Nederland gebruikte deze kans om te wijzen op het gebrek aan rechten voor klimaatvluchtelingen.
Namens Nederland sprak jurist René Lefeber. Hij benadrukte dat de huidige internationale migratieregels geen juridische bescherming bieden aan mensen die moeten verhuizen door klimaatverandering. Vluchtelingen die vluchten voor oorlog en vervolging hebben rechten, maar voor klimaatmigranten ontbreken dergelijke regels.
Nederland pleit daarom voor het opnemen van klimaatmigratie op de internationale agenda. Dit kan bijvoorbeeld tijdens jaarlijkse klimaattoppen worden besproken. Volgens het Nederlandse pleidooi heeft de internationale gemeenschap een gezamenlijke verantwoordelijkheid om deze mensen een veilige plek te bieden.