Het nieuwe akkoord biedt de Nederlandse vissers meer ruimte om tong te vangen, een van de meest waardevolle vissoorten in de Noordzee. De stijging van het tongquotum wordt door velen in de sector gezien als een broodnodige meevaller. 

Naast tong krijgen ook andere visbestanden zoals schol en zeeduivel een hoger vangstquotum. Toch is er niet alleen goed nieuws: de vangstmogelijkheden voor haring en makreel zijn juist verlaagd. Ondanks deze beperkingen overheerst bij de visserijsector de opluchting over de verbeterde situatie voor tong.

Staatssecretaris Jean Rummenie (BBB) benadrukt het belang van een efficiënter en betrouwbaarder adviesproces voor het vaststellen van vangstquota. “Het adviesproces was vorig jaar vertraagd door gewijzigde wetenschappelijke inzichten. Daarom heb ik bij de EU aangedrongen op verbeteringen, zodat we tijdig betrouwbare en goed afgewogen adviezen krijgen,” verklaarde de staatssecretaris in een persbericht

Een sector in herstel
De afgelopen jaren stond de visserijsector onder grote druk door de combinatie van strengere milieuregels, Brexit en stijgende kosten. Vooral tongvissers werden zwaar getroffen door eerdere beperkingen. Met de verhoging van het tongquotum wordt een belangrijke stap gezet in het herstel van de sector. 

Hoewel de verhoging van het tongquotum een welkome opluchting is, blijft de daling in de vangstmogelijkheden voor makreel en haring een pijnpunt. Voor veel vissers zijn deze soorten van groot economisch belang, waardoor het verlies aan vangstcapaciteit op deze gebieden een uitdaging blijft.

Desondanks wordt het akkoord alom gezien als een stap vooruit. “De staatssecretaris heeft goed werk geleverd door te zorgen voor meer ruimte voor de vissers,” aldus BBB-leider Caroline van der Plas in een persbericht. “De positieve resultaten van dit akkoord zijn een resultaat van hard werken en een duidelijke focus op het versterken van de visserijsector.”