Toen Lars een Toyota RAV4 Plug-in Hybrid kocht, verwachtte hij het beste van twee werelden: elektrisch rijden voor korte afstanden en benzine voor langere ritten. Maar nu blijkt dat opladen in de winter soms duurder is dan tanken.

“We zitten hier in elektriciteitszone vier. Als je nu thuis oplaadt, is dat flink duur. Gisteren kostte benzine nog 16,50 kronen per liter,” vertelt hij aan Carup.

Omdat februari nog niet voorbij is, hoopt hij dat de gemiddelde elektriciteitsprijs deze maand nog zakt. Maar de onzekerheid blijft groot. “Ik laad thuis op, dus ik ben benieuwd naar mijn volgende energierekening. Gelukkig heb ik nog benzine als alternatief, maar ik denk vooral aan mensen met een volledig elektrische auto. Die hebben geen keuze.”

Locatie bepaalt de prijs
Volgens auto-expert Ronny Svensson, die al jaren kostenvergelijkingen maakt voor verschillende auto’s, hangt de betaalbaarheid van elektrisch rijden sterk af van waar je woont en hoe je oplaadt. “In Zuid-Zweden zijn de elektriciteitsprijzen enorm gestegen. Voor mensen zonder eigen laadpaal kan het opladen bij een station tot wel twaalf kronen per kilometer kosten. In sommige gevallen is een benzineauto dan goedkoper.”

Voor mensen met een eigen laadpaal en een goed elektriciteitscontract zijn de kosten echter aanzienlijk lager. “Thuisladen kan zo’n vier kronen per kilometer kosten, wat met benzine niet haalbaar is.”

Onzekerheid over toekomstige kosten
De stijgende stroomprijzen maken het voor veel automobilisten lastig om te bepalen of elektrisch rijden op de lange termijn voordelig blijft. Lars Andersson is daar niet gerust op:“Je weet niet waar dit eindigt. Ik weet niet of ik het goed heb doorgerekend, maar het voelt nu alsof rijden op elektriciteit duurder is dan op benzine.”

Vooral tijdens koude winters, wanneer vraag en prijs pieken, worden veel elektrische rijders geconfronteerd met onverwachte extra kosten. De vraag blijft of de groene belofte van elektrisch rijden op termijn echt goedkoper zal zijn, of dat stroomprijzen het voordeel wegnemen.