Australië schiet duizenden wilde paarden af voor natuurbehoud

In de afgelegen berggebieden van Australië speelt zich een controversieel tafereel af. De overheid van de deelstaat New South Wales heeft duizenden wilde paarden afgeschoten in een poging de natuur te beschermen. Deze ingreep stuit op felle kritiek, meldt Australia Broadcasting Corporation.
De ‘brumbies’, zoals de wilde paarden in Australië worden genoemd, maken al eeuwenlang deel uit van de Australische folklore. Ze werden in de 19e eeuw door Europese kolonisten naar het continent gebracht en hebben zich sindsdien in het wild verspreid. Gedichten, liederen en films hebben de brumbies tot een cultureel symbool gemaakt. Toch worden ze nu door natuurbeschermers gezien als een bedreiging voor het ecosysteem.
De dieren leven in het Kosciuszko National Park, een uitgestrekt natuurgebied tussen Melbourne en Sydney. Volgens de overheid veroorzaken de paarden ernstige schade aan de biodiversiteit. Ze vertrappen drasland, tasten inheemse vegetatie aan en bedreigen zeldzame diersoorten. “Deze paarden zijn geen inheemse soort en hebben geen natuurlijke vijanden,” verklaarde Penny Sharpe, milieuminister van New South Wales. “Hun groeiende populatie vormt een serieus risico voor de natuur.”
Om de populatie te verkleinen, heeft de Australische overheid een drastische maatregel genomen. Vanuit helikopters werden duizenden brumbies neergeschoten. Dit luchtjagen is een omstreden methode. Dierenrechtenactivisten stellen dat de paarden op een gruwelijke manier sterven en dat veel gewonde dieren achterblijven in de wildernis.