De minister sluit zich aan bij eerdere kritiek vanuit allerlei hoeken. Volgens Van Hijum brengt het plan ‘de solidariteit van het pensioenstelsel in gedrang’, leidt het tot ‘een verslechtering van het pensioenresultaat’ en zorgt het voor ‘een aantal cruciale onwenselijke consequenties’.

Hoge kosten en vertraging
Van Hijum ziet meerdere problemen bij de uitvoering van het plan. Referenda zouden volgens hem leiden tot grote vertragingen, omdat fondsen zich ook moeten voorbereiden op een scenario waarin ze toch in het oude stelsel blijven. Dat kost veel geld. Volgens de minister gaat dat ten koste van toekomstige loonsverhogingen.

Vooral in sectoren als de zorg kan dit grote gevolgen hebben. Van Hijum vreest dat ‘de personeelstekorten daardoor nog verder op gaan lopen’.

De NSC-minister wil het plan daarom ‘ontraden’. Daarmee geeft hij het advies aan de Kamer om tegen te stemmen. Dat is opvallend, omdat het referendumplan juist afkomstig is van zijn eigen partijleider Pieter Omtzigt.

Spagaat binnen NSC
Binnen NSC levert het voorstel spanningen op. Van Hijum zou al weken onder druk staan van Omtzigt om milder te oordelen. De minister zit klem tussen zijn eigen ministerie, andere kabinetsleden en de man die hem de ministerspost bezorgde.

Ook buiten de politiek regent het kritiek. Vakbonden, werkgevers en pensioenfondsen zijn fel tegen. De Raad van State noemde het plan ongekend slecht en adviseerde om het volledig in te trekken.

Aanpassing verandert weinig
Hoewel het voorstel niet is ingetrokken, is het wel aangepast. Kamerleden Agnes Joseph (NSC) en Henk Vermeer (BBB) willen nu dat fondsen ook individueel bezwaar kunnen maken. Maar ook daarover staat al stevige kritiek in de conceptbrief.

Volgens Van Hijum zou het ‘de evenwichtigheid van de pensioentransitie verstoren’. Hij schrijft: ‘Dat is niet in belang van pensioendeelnemers en het pensioenstelsel.’

De definitieve reactie van het kabinet laat nog op zich wachten. Een woordvoerder van Van Hijum zegt: ‘Er zijn vele verschillende ambtelijke concepten in omloop. En op veel daarvan heeft geen bestuurlijke weging plaatsgevonden.’