Rapport: late abortussen vaak zonder verdoving uitgevoerd

De SGP wil dat de Tweede Kamer zo snel mogelijk in debat gaat over late zwangerschapsafbrekingen waarbij geen verdoving wordt gebruikt. Aanleiding is de nieuwe jaarrapportage van de beoordelingscommissie voor late zwangerschapsafbreking en levensbeëindiging bij pasgeborenen. Staatssecretaris Tielen stuurde het rapport deze week naar de Kamer.
In dat verslag staat een zin die de discussie in één klap op scherp zet. De commissie schrijft dat het haar is “opgevallen dat artsen de foetus bij late zwangerschapsafbreking niet standaard verdoving toedienen” en noemt het “zeer wenselijk” dat dit wél gaat gebeuren. De constatering raakt aan een gevoelig onderwerp: kan een foetus pijn ervaren, en moeten artsen daarom verplicht verdoven?
SGP-Kamerlid Diederik van Dijk noemt de bevinding schokkend. “De wetenschap is glashelder dat de ongeboren kinderen om wie het hier gaat, pijn kunnen ervaren. Alleen de gedachte al dat zij zonder verdoving mogen worden gedood, is intens verdrietig”, zegt hij in een persbericht. Van Dijk vindt het opvallend dat staatssecretaris Tielen in haar begeleidende brief geen enkele verwijzing maakte naar deze aanbeveling.
De commissie beoordeelt jaarlijks of artsen zorgvuldig hebben gehandeld bij late zwangerschapsafbrekingen en bij levensbeëindiging van pasgeborenen. In het rapport staat dat er binnen de beroepsgroep nog geen richtlijn is over het toedienen van foetale verdoving. Toch benadrukt de commissie dat verdoving “zeer gewenst” is om pijn of stress te voorkomen.
Van Dijk vindt dat dit niet langer kan blijven liggen. “Geen enkele late zwangerschapsafbreking mag nog onverdoofd worden uitgevoerd.” Daarnaast pleit hij voor een breder Kamerdebat over abortus. Volgens hem wijzen wetenschappelijke studies erop dat foetussen mogelijk al vóór 24 weken pijn kunnen voelen. “Bij foetale chirurgie wordt uit voorzorg altijd verdoofd, maar bij abortus niet. Dat is onbegrijpelijk.”
De SGP heeft inmiddels schriftelijke vragen ingediend en dringt aan op een debat op korte termijn. De partij wil dat het kabinet reageert op de aanbeveling van de commissie en duidelijk maakt hoe het pijn bij ongeboren kinderen wil voorkomen.
De jaarrapportage laat verder zien dat de commissie in 2024 twee meldingen ontving van late zwangerschapsafbreking. Beide zaken werden als zorgvuldig beoordeeld. Het jaarlijkse aantal blijft daarmee laag en stabiel. Ook wijst de commissie op een belangrijke wijziging: sinds 2024 valt ook levensbeëindiging bij kinderen van één tot twaalf jaar onder de regeling. Voor deze groep zijn echter nog geen vastgelegde zorgvuldigheidseisen in de wet opgenomen. De commissie noemt verdere normontwikkeling noodzakelijk.
Met de nieuwe rapportage komen zowel medische praktijk als politiek opnieuw onder een vergrootglas te liggen. De vraag of een foetus pijn voelt, en welke verantwoordelijkheden artsen en overheid daarbij dragen, lijkt de komende weken centraal te staan in het debat.






















































