Europa mag de ogen niet sluiten voor nieuwe misstanden in Zuid-Afrika

De betrokkenheid van Europa bij het beëindigen van de apartheid in Zuid-Afrika is bekend. Nederland speelde een voortrekkersrol in de steun aan het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) en in het opleggen van sancties tegen de blanke regering in Zuid-Afrika gedurende de jaren 70 en 80. In 1994, bij de eerste democratische verkiezingen in Zuid-Afrika, presenteerden westerse landen Zuid-Afrika als een voorbeeld van een vreedzame machtsoverdracht van een zogenaamd autoritaire minderheidsregering naar een liberaal-democratische meerderheidsregering. Zuid-Afrika, de regenboognatie, zou in de ogen van Europa en de VS een toonbeeld zijn van tolerantie en liberale democratie in Afrika. De gebeurtenissen van de afgelopen 31 jaar vertellen echter een ander verhaal.
De idealen die in 1994 over Zuid-Afrika werden geuit en die weerklank vonden in Washington, Brussel, Den Haag, Berlijn en Parijs, waren die van verzoening, tolerantie, non-racisme, mensenrechten en natuurlijk liberale democratie. De afgelopen dertig jaar heeft Zuid-Afrika te maken gehad met het tragische machtsmisbruik van een extreemlinkse bevrijdingsbeweging, het ANC. Door haar eigen ideologische blindheid, maar ook door de drang van haar leiders naar persoonlijke verrijking en door de toenemende haat en afkeuring van de blanke minderheid, heeft zij het land op bijna alle vlakken de verkeerde kant op gestuurd.