De vernieuwing is nog niet definitief, maar een wetsvoorstel ligt al bij de sociale partners. Doel is om het voor gepensioneerden eenvoudiger en financieel aantrekkelijk te maken om gedeeltelijk of zelfs volledig terug te keren op de arbeidsmarkt, zonder dat zij hun pensioenrechten verliezen. Volgens het voorstel zouden gepensioneerden in een zogeheten “omkeerbaar pensioen”-regeling een deel van hun pensioen blijven ontvangen, afhankelijk van het aantal werkuren. De bestaande regelingen – zoals gedeeltelijk pensioen of het zogenoemde actief pensioen – blijven bestaan, maar zijn volgens de regering te ingewikkeld en te onaantrekkelijk in de praktijk.

De hervorming moet dat veranderen. Minder bureaucratie, betere beloning en meer ruimte voor vrijwillige deelname staan centraal. De inzet: de ervaring van ouderen inzetten op de arbeidsmarkt én tegelijk het onder druk staande pensioenstelsel ontlasten.

De achtergrond van het plan is duidelijk. Spanje vergrijst snel en het geboortecijfer blijft laag. Intussen lopen tekorten op in diverse sectoren. Het kabinet wil met deze hervorming voorkomen dat de kosten van vergrijzing volledig op de schouders van jongere generaties terechtkomen. Volgens de huidige regels kunnen Spanjaarden in 2025 nog met pensioen op 65-jarige leeftijd, mits zij minstens 38 jaar en 3 maanden hebben gewerkt. Wie minder heeft bijgedragen, moet wachten tot 66 jaar en 8 maanden. In 2027 stijgt de lat opnieuw.

Het idee om werken na het pensioen aantrekkelijker te maken, komt niet uit de lucht vallen. Uit officiële cijfers blijkt dat het aantal mensen dat hun pensioen uitstelt is verdubbeld in vijf jaar tijd. Inmiddels stellen 11 procent van de nieuwe gepensioneerden hun pensioen vrijwillig uit. Het wetsvoorstel wordt naar verwachting in de tweede helft van 2025 aan het Congres voorgelegd. De regering rekent op brede steun, zowel politiek als maatschappelijk. Als het voorstel wordt aangenomen, zou de wet begin 2026 in werking kunnen treden.