Waarom Trump niet snel de Nobelprijs voor de Vrede krijgt
De NOS had ze zelf geteld. 250.000 deugdemonstranten in Amsterdam die opkwamen voor het leed van de Palestijnen in Gaza. Een scanderende menigte met leuzen als “dood aan het IDF!” en “een, twee, drie, vier, geen Zionisten hier. Vijf, zes, zeven, acht, Palestijnen aan de macht!”. Het contrast tussen de zinloosheid van de demonstratie en de machteloze gutmenschen aan de ene kant en de daadkrachtige doener Trump aan de andere kant kon niet groter zijn. Allemaal mensen, als lemmingen het rattenvangerskoppel Timmermans en Piri volgend, die in hun echoput elkaar bevestigen maar verder niets, maar dan ook helemaal niets toevoegen aan de geopolitieke problemen in de wereld.
Op 9 oktober 2025 hebben zowel Israël als Hamas ingestemd met de eerste fase van het door de Amerikaanse President afgedwongen vredesplan. Maar zodra Donald Trump zijn mond opentrekt, springt de hele linkse kliek als een dolle hond tegen hem op. Hij is een clown, een gevaar, een narcist. Zijn kapsel is belachelijk, zijn accent irritant en zijn Tweets zijn volgens de NPO en de rest van het mediakartel het toppunt van ongeciviliseerd gedrag. Een open riool waar de chablis drinkende grachtgordel D66’er ver van wil blijven. Maar terwijl de media en de Hamasknuffelpartijen aan zowel de linker- en de rechterkant van het spectrum zich blijven wentelen in hun morele verontwaardiging over Trumps toon, blijkt men één ding pijnlijk over het hoofd te hebben gezien: deze man gaat altijd uit van het adagium “het kan wél!” en haalt de wereld van het slot.