BBB-minister: geen onderzoek naar NPO-berichtgeving over Gaza

Onderwijsminister Gouke Moes (BBB) ziet geen aanleiding om een onafhankelijk onderzoek te starten naar de berichtgeving van de NPO over de oorlog in Gaza. Dat blijkt uit zijn antwoorden op Kamervragen van SGP-leider Chris Stoffer, die volgden op het recente BBC-schandaal rond een documentaire over Gaza. Volgens Moes is extra onderzoek niet aan de orde, omdat de publieke omroep al beschikt over voldoende vormen van zelfregulering, zoals de NPO Ombudsman en het Commissariaat voor de Media.
Stoffer vroeg de minister welke lessen de NOS trekt uit de ophef rond de BBC en of dit aanleiding zou moeten zijn voor een eigen onderzoek naar de Gaza-berichtgeving. Moes benadrukt in zijn reactie dat onafhankelijke en betrouwbare journalistiek een groot goed is, maar dat de overheid zich niet mag mengen in de inhoudelijke keuzes van redacties. De NOS legt volgens hem al publiekelijk verantwoording af over haar berichtgeving, onder meer via artikelen over het eigen journalistieke handelen en via de Ombudsman voor de publieke omroep.
De minister stelt dat het niet aan hem is om te bepalen of de NOS aanvullend onderzoek moet doen naar haar eigen verslaggeving. “Het is niet aan mij als minister om nader in te gaan op de wijze waarop zij hun journalistieke verantwoording verder vormgeven,” schrijft hij. Twijfels over objectiviteit moeten volgens Moes binnen de journalistieke organisaties zelf worden gewogen en opgepakt.
Geen cijfers, wel vertrouwen in zelfregulering
De SGP vroeg ook hoeveel aandacht de NOS de afgelopen twee jaar heeft besteed aan de structuur en werkwijze van Hamas, en hoe de betrouwbaarheid van bronnen uit Gaza wordt getoetst. Op die vragen geeft Moes geen concrete cijfers. Het kabinet gaat niet over de programmering van de NOS en beschikt daarom niet over aantallen producties over specifieke onderwerpen.
Wel verwijst hij opnieuw naar het systeem van zelfregulering. De NOS reflecteert volgens de minister zelf op het gebruik van bronnen in Gaza, waarbij ook de Ombudsman een rol speelt. Dat systeem moet de kwaliteit en betrouwbaarheid van de berichtgeving waarborgen. Tegelijk kondigt Moes aan dat hij het stelsel van zelfregulering binnen de publieke omroep wil versterken, als onderdeel van een bredere hervorming van de NPO.
Hamas is terroristische organisatie
Over de status van Hamas is Moes helder. Hij onderschrijft het breed erkende uitgangspunt dat Hamas een terroristische organisatie is. De organisatie staat sinds 2003 op de EU-terrorismelijst en Nederland speelt volgens de minister een actieve rol bij het sanctioneren van Hamas, ook van de politieke top van de beweging.
Tegelijkertijd benadrukt Moes dat de publieke omroep redactionele vrijheid heeft om binnen de wettelijke kaders duiding te geven aan internationale conflicten en betrokken organisaties. Die vrijheid is vastgelegd in de Mediawet en vormt volgens hem een fundamenteel rechtsstatelijk principe.
Rol van Schooltv blijft overeind
Stoffer stelde daarnaast vragen over de rol van de NPO in het ontwikkelen van lesmateriaal, met name via Schooltv. Hij wees op zorgen dat door belastinggeld gefinancierd materiaal de markt voor leermiddelen kan verstoren en invloed kan hebben op de beeldvorming bij scholieren. Moes wijst erop dat educatie expliciet onderdeel is van de publieke mediaopdracht. Schooltv valt daaronder en mag educatief aanbod maken voor scholen.
De minister onderstreept dat scholen altijd zelf bepalen welk lesmateriaal zij gebruiken. Die vrijheid is vastgelegd in artikel 23 van de Grondwet. Het bestaan van Schooltv betekent volgens hem niet dat scholen verplicht zijn dit materiaal af te nemen.
Recentelijk deed Moes' partijgenoot en Woonminister Mona Keijzer nog stof opwaaien met haar stellingname dat NOS informatie van Hamas zou overnemen. Een rechtszaak van het CIDI tegen de NOS-berichtgeving over Gaza sneuvelde vorige maand nog bij de Rechtbank Midden-Nederland.

















































