Hongarije voert al jarenlang een streng anti-immigratiebeleid, onder meer dankzij stevige grenshekken. Ondertussen plukt het land hiervan de vruchten; zo is Boedapest laatst nog aangemerkt als de veiligste stad van continentaal Europa.
Ondertussen is heeft Hongarije zijn deuren wel opengesteld voor zijn buurlanden. Sinds de Russische invasie heeft Hongarije maar liefst 2,5 miljoen Oekraïense vluchtelingen opgevangen. Hierover toont paus Fransiscus I zich dankbaar.
Maar bij zijn bezoek aan Hongarije is de paus toch niet helemaal tevreden, meldt AP. De paus stelt in een toespraak dat men zich óók over niet-christelijke hulpbehoevenden moet ontfermen. Volgens het Gospel moeten christenen namelijk aan iedereen liefde en compassie tonen, "zelfs aan ongelovigen" wanneer zij in armoede verkeren verkeren, aldus de paus.
"De liefde die Jezus ons geeft en ons gebiedt te beoefenen, kan helpen om het kwaad van onverschilligheid en egoïsme uit de samenleving, onze steden en de plaatsen waar we leven uit te roeien – onverschilligheid is een plaag – en om de hoop op een nieuwe, meer rechtvaardige en broederlijke wereld, waar iedereen zich thuis kan voelen," sprak de paus tijdens zijn bezoek.
Tot nog toe heeft Hongarije zich onthouden van grootschalige opvang voor islamitische asielzoekers. Dit is niet zonder reden: premier Viktór Orbán beschouwt hen als een bedreiging van de traditionele, christelijke cultuur in het land. In totaal is 55 procent van de Hongaarse bevolking rooms-katholiek en 20 procent protestants. De rest is calvinistisch, luthers of ongelovig.