Baudet houdt lofzang over koloniaal verleden: "Ons Indië, de belichaming van onze idealen"
Forum voor Democratie-voorman Thierry Baudet heeft tijdens een debat over de dekolonisatie en de oorlog in Indonesië (1945-1950) gezorgd voor de nodige consternatie. Baudet hield een lofzang over het kolonialisme, een lofzang die in verkeerde aarde viel bij diverse politici.
Tijdens het Kamerdebat over het onderzoeksprogramma naar de onafhankelijkheid, de dekolonisatie en de oorlog in Indonesië besloot Baudet een rede te houden die flink afweek van andere betogen. De Forum-voorman is namelijk van mening dat Nederlanders met trots moeten terugkijken op het koloniale verleden:
"We spreken vandaag van ons Indië. Ons Insulinde. Die prinses. Die minnares. Die geliefde van onze natie. Die belichaming van onze idealen. Die smaragd. Die archipel. Indië, waarmee wij 400 jaar innig verbonden waren."
"We spreken vandaag van dat grandioze project van schoonheid en eer dat ons volk daar ver weg, aan de andere kant van de wereld en zich bewust van zijn pelgrimspositie door de eeuwen heen, vervuld van zijn missionarisrol in de meridionale delen van de wereld, op de schouder heeft genomen om ook hen die door geografie, genetica en geschiedenis niet de zegeningen van het Europese bestaan overgeërfd hebben gekregen, toch deelgenoot daarvan te maken. Inderdaad: om hen deelgenoot te maken van de superioriteit, de generositeit, ik durf te zeggen de menselijkheid van het Avondland. Dat was kolonialisme. Het is het grootste, het mooiste, het beste, in zekere zin zelfs het enige waarop wij echt trots kunnen zijn."
Ons Indië. @thierrybaudet houdt een lofzang op het kolonialisme. #FVD pic.twitter.com/qPqbpqvF9a
— Forum voor Democratie (@fvdemocratie) June 14, 2023
Baudet was nog maar net met zijn toespraak begonnen of hij werd al onderbroken door politici van de ChristenUnie en Denk. Zij vonden het onacceptabel dat Baudet sprak over genetica, iets wat Baudet zelf sterk ontkende. Na diverse onderbrekingen kon Baudet zijn speech afmaken.
"Het kolonialisme is het grootste, het mooiste, het beste, in zekere zin misschien zelfs wel het enige waarop wij echt trots kunnen zijn: die wereldomspannende avonturen, dat laatste opgloeien van ons werelddeel, om als een supernova, een stervende zon nog eenmaal alle uithoeken van de planeet te verwarmen, voordat wij in de huidige contractie, de huidige krimp, terechtkwamen en ons als het ware terugtrokken om in ons holletje te sterven. Wanneer het springtij der wereldvolkeren ons, de contrapuntische mensen, de muziekmensen, de kathedraalbouwers, de uitvinders, de glas-in-loodmensen, ja, wanneer het springtij van de anderen, wanneer de demografische herfst, te midden waarvan wij nu leven, te midden waarvan wij nu excuses voor ons bestaan willen aanbieden, volledig zal hebben overspoeld, ook dan zullen mijn woorden geboekstaafd blijven. Ook dan zal het voor altijd onder de sterren zijn geweest, dit laatste eerbetoon van vandaag, deze slotgroet aan wat ooit was, deze elegie."
"Voorzitter. Op dit ondergaande schip spreek ik mijn woorden van liefde voor het kolonialisme, voor Indië en het grootse dat daar werd verricht, voor de poging om onze volkeren, de Aziatische woudmensen enerzijds, de stammen in de bossen van Borneo, de Papoea's van Nieuw-Guinea, de Balinese prinsen, de Ambonezen, de Molukkers, de Javaanse ondernemers, de geestdriftige strijders van Atjeh, om al die kleurrijke volkeren te laten samengaan in synergie met de Hollandse handelsgeest en het VOC-vernuft. Wat Nederland wilde was een soort commonwealth creëren, een gemenebest, waarin we in vriendschap en gelijkwaardigheid samen zouden kunnen blijven optrekken in de geschiedenis, zoals al was uitgesproken door koningin Wilhelmina in haar decemberrede van 1942, zoals tot uitdrukking kwam in het Akkoord van Linggadjati van 1947."
"Het is mijn opvatting dat Nederland hierin een prachtig project op de schouders had genomen en dat het een tragedie is dat dit mislukt is, dat het niet zo mocht zijn, met name vanwege de Amerikanen die de Marshallhulp conditioneel maakten voor het opgeven van onze inmenging daar. Het is een tragedie voor zowel ons als voor de Indonesiërs. Tegen die achtergrond bezie ik dit onderzoek dat volgens de woorden van de onderzoekers — ik citeer — antwoord geeft op de vraag naar de aard, omvang en context van het Nederlandse geweld. Ik bezie dat onderzoek als eenzijdig, als onzinnig zelfs, en als vooringenomen, een beetje zoals het IPCC, het klimaatpanel, dat onderzoek doet naar de menselijke invloed op het klimaat in plaats van naar alle factoren die van invloed zouden kunnen zijn op het klimaat. Als je je onderzoek van tevoren al zo afstelt, dan weet je al wat de uitkomst zal zijn. Dan doe je dat met de bedoeling een punt dat je a priori vindt te bewijzen, namelijk — dat blijkt overduidelijk — dat Nederland geen recht had om op te treden, laat staan een plicht. Het boek, het onderzoek, is geschreven met het doel ons te kastijden."
"Maar wat had Nederland dan moeten doen? De moordpartijen van de opstandelingen gewoon moeten laten voortgaan? De Javanen zomaar de macht moeten geven over ons eilandenrijk? De Molukkers, de Papoea's, de Balinezen aan hun lot moeten overlaten? Als Nederland veel harder had opgetreden, hadden we de kolonie kunnen behouden en al die prachtige volkeren van de archipel kunnen opstuwen en meenemen in een gezamenlijke, nieuwe bloeitijd. Was dat niet veel beter geweest? Ik droom van die alternatieve geschiedenis."