Koning door het stof wegens slavernijverleden: "Ik vraag vergiffenis"
“Eindelijk”, riep iemand uit het publiek toen koning Willem-Alexander zaterdagmiddag tijdens de Nationale Herdenking Slavernijverleden zijn excuses aanbood. Hij vroeg vergeving voor het feit dat zijn voorouders niet ingrepen in de tijd van slavenhandel en kolonialisme. Zijn toespraak, waarbij koningin Maxima emotioneel werd, werd met een staande ovatie beloond. De koning ging ook in op mensen die de excuses overdreven vinden.
“Van alle vormen van onvrijheid is slavernij wel het meest kwetsend, het meest vernederend, het meest mensonterend”, stelde de koning al aan het begin van zijn toespraak. Hij vertelde samen met koningin Maxima veel gesprekken te hebben gevoerd met nazaten van slaven: “Zij hebben ons duidelijk gemaakt hoezeer de pijn nog steeds in de haarvaten zit.” Hij ging vervolgens dieper in op het verleden van Nederland in slavenhandel en kolonialisme en verwees naar de excuses die minister-president Mark Rutte in december 2022 al aanbood voor het feit dat mensen ‘in naam van de Nederlandse staat eeuwenlang tot handelswaar zijn gemaakt, zijn uitgebuit en mishandeld’.
“Vandaag sta ik hier voor u”, zei de koning vervolgens. “Als uw koning en deel van de regering maak ik vandaag deze excuses zelf. Ze worden door mij met hart en ziel intens beleefd. Maar voor mij is er daarnaast nog een andere persoonlijke dimensie. Slavenhandel en slavernij worden erkend als een misdaad tegen de menselijkheid. De stadhouders en de koningen van het Huis van Oranje-Nassau hebben hier niets tegen ondernomen.”
Hij legde vervolgens hun acties uit: “Ze handelden binnen het kader van wat toen wettelijk geoorloofd werd geacht. Maar het slavernijsysteem illustreerde het onrecht van die wetten. De Tweede Wereldoorlog heeft ons geleerd dat je je niet tot het uiterste achter wetten kunt verschuilen wanneer medemensen tot beesten worden gereduceerd en aan de willekeur van machthebbers zijn overgeleverd. Op een gegeven moment groeit de morele plicht om op te treden. Temeer daar de slavernij hier in Europees Nederland strikt verboden was. Wat in de koloniën en in de handel overzee normaal werd gevonden en op grote schaal werd gepraktiseerd en aangemoedigd, was hier niet toegestaan. Dat wringt.”
Het onafhankelijke onderzoek waartoe ik heb besloten, zal méér licht werpen op de precieze rol van het Huis van Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis en slavernij”, vervolgde de koning. “Maar voor het overduidelijke gebrek aan handelen tegen deze misdaad tegen de menselijkheid, vraag ik vandaag, op deze dag dat we samen het Nederlandse slavernijverleden herdenken, vergiffenis.”
In zijn speech ging de koning ook nog in op mensen die excuses niet nodig vinden: “Ik realiseer me heel goed dat lang niet iedereen dezelfde gevoelens heeft bij deze herdenking. Er zijn ook inwoners van Nederland die het aanbieden van excuses zo lang na de afschaffing van de slavernij overdreven vinden. Zij ondersteunen echter in overgrote meerderheid wél de strijd voor gelijkwaardigheid van alle mensen, ongeacht kleur of culturele achtergrond.”
Hij richtte zich daarna rechtstreeks tot de aanwezigen: “Ik wil u vragen: stel uw hart open voor al die mensen die hier vandaag niet zijn, maar die wél samen met u willen werken aan een samenleving waarin iedereen volwaardig kan meedoen. Respecteer dat er verschillen zijn in beleving, achtergrond en voorstellingsvermogen.”
“Na erkenning en excuses mogen we samen werken aan heling verzoening en herstel”, besloot de koning zijn toespraak. “Zodat we uiteindelijk allen trots kunnen zijn op alles wat we delen.”